41
Nederlands
Tabel 3
Oplaadtijden (bij 20°C)
OPMERKING:
De oplaadtijd varieert met de
omgevingstemperatuur en de spanning
van de voedingsbron.
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt.
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit.
OPMERKING
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader
en bewaar de batterijen op de juiste manier.
Tabel 1
Aanduidingen van het controlelampje
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Draai het gereedschap om en houd stevig vast.
Open vervolgens de plaatmontage terwijl u aan de
schuifhendel trekt. (
Afb. 2
) Voor het verwijderen van
de batterij, moet u deze uit het gereedschap trekken
en daarbij het gereedschap goed vasthouden.
(
Afb. 3
)
2. Let op de richting voor het plaatsen van de batterij.
Plaats de batterij en sluit de plaatmontage. De
plaatmontage en de schuifhendel dienen samen te
vergrendelen waarbij u een klik moet horen. (
Afb. 4
)
OPLADEN
Voor het gebruik van de boorhamer dient de batterij als
volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopkontakt aan.
Na aansluiten gaat het kontrolelampje van het
oplaadapparaat in rood knipperen (met tussenpozen
van 1 sekonde).
2. Steek de batterij in het oplaadapparaat.
Steek de batterij stevig in de oplader, totdat deze
kontakt maakt met de bodem van de oplader. Let
bij het plaatsen van de batterij op de rolariteit van
(+) (–) zoals in
Afb. 5
getoond wordt.
OPGELET:
䡬
Als de b atterijen niet in de juiste richting van (+)
en (–) in de acculader worden aange-bracht, is niet
alleen opladen onmogelijk, maar kunnen er ook
storingen in de acculader ontstaan, zoals vervorming
van het aansluitpunt.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie
Tabel 1
).
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in
tabel 1
, al naar geland de toestand
van de oplaadbare batterij of de acculader.
(2) Batreffende de temperatuur van de oplaadbare
batterij.
De temperatuur van oplaadbare batterijen verloopt
zoals aangegeven in de onderstaande
tabel 2
;
batterijen die erg warm zijn dient u voor het opladen
even af te laten koelen.
Tabel 2
(3) Tijd die benodigd is voor het opladen
De oplaadtijden in de onderstaande
Tabel 3
zijn
afhankelijk van het type acculader.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Blift branden
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,1 sekonde niet.
(Uit voor 0,1 sekonde)
Blift branden
Voor het laden
Tijdens opladen
Na opladen
Opladen onmogelijk
Opladen onmogelijk
Knippert
(ROOD)
Brandt
(ROOD)
Knippert
(ROOD)
Knippert
(ROOD)
Brandt
(GROEN)
Er is iets mis met de
batterij of met het
oplaad-apparaaat.
De temperatuur van de
batterij is te hoog,
waardoor het opladen
onmogelijk is.
Geschikte temperatuur
Soort batterij
voor het opladen
EB24B
–5°C – 60°C
Acculader
Batterij
UC24YF
UC24YFA
EB24B
Ca. 60 min.
Ca. 50 min.