
-30-
-31-
• Deze dient bij overdracht aan derden mede te worden
overhandigd.
4.
Bedieningselementen
Ontvanger
4
1
5
6
12
7
3
9
10
11
8
13
2
1.
Ontvangstaanduiding
2.
Fotolijst
3.
Luidspreker
4.
Koptelefoonaansluiting (2,5-mm-jackstekker)
5.
Ingebruik-aanduiding, Aan/Uit
6.
Nachtlampje Aan/Uit
7.
Microfoon
8.
Oplaad-unit met netadapter
9.
Volume hoger (+)
10.
Volume lager (-)
11.
Gordelclip
12.
Ruggespraakfunctie
13.
Batterijvak
Zender
1
2
3
4
5
9
7
8
6
10
1.
Nachtlampje
2.
Fotolijst
3.
Aan/Uit
4.
Nachtlampje Aan/Uit
5.
Microfoon
6.
Luidspreker
7.
Volume hoger (+)
8.
Volume lager (-)
9.
Contactdoos
10.
Ingebruik-aanduiding
5.
Vóór ingebruikname
5.1
Plaatsen van de accu’s in de ontvanger
Houd de ontvanger met de achterzijde naar u toe en
draai de gordelclip los in de richting van de pijl. Draai nu
met een geschikte platte schroevendraaier de schroef
van de batterijvakdeksel los. Schuif de batterijvakdek-
sel nu naar beneden en verwijder deze van de behuizing.
Plaats de drie meegeleverde microaccu’s (AAA) over-
eenkomstig de polariteit (+/-) in de daarvoor bestemde
uitsparingen (zie de bedrukking op de behuizing). Sluit
nu de batterijvakdeksel in omgekeerde volgorde.
5.2
Opladen van de accu’s in de ontvanger
De voor de ontvanger meegeleverde accu’s dienen vóór
het eerste gebruik beslist volledig te worden opgeladen.
Let op! Ruil defecte accu’s alleen om voor oplaadbare
accu’s. U kunt geen traditionele microbatterijen AAA in
de ontvanger gebruiken. Explosiegevaar bij onvakkundig
wisselen van de accu’s!
1. Voor het opladen van de accu’s in de ontvanger
verbindt u eerst de netadapter van de oplaad-unit
met het stroomnet (controleer vóór de aansluiting
op het net of de gegevens op het typeschild van de
netadapter overeen komen met de gegevens van uw
stroomnet).
2. Zodra u de netadapter heeft verbonden met het
stroomnet en de ontvanger zich in de oplaad-unit
bevindt, start het opladen automatisch. Dit proces
wordt door de rood knipperende ingebruik-aandui-
ding gesignaleerd. Indien de ontvanger is ingescha-
keld, dan knippert de ingebruik-aanduiding afwisse-
lend groen en oranje.
3. De oplaadtijd bij volledig lege accu’s en uitgescha-
kelde apparatuur bedraagt ca. 6 uren. Indien de ont-
vanger tijdens het opladen is ingeschakeld, dan ver-
dubbelt zich de oplaadtijd.
4. De ingebruik-aanduiding licht na beëindiging van het
opladen in uitgeschakelde toestand permanent rood
op. Indien de ontvanger is ingeschakeld, dan licht de
ingebruik-aanduiding vervolgens oranje op. U kunt
na beëindiging van het opladen het apparaat in de
oplaad-unit laten staan.
6.
Ingebruikname
6.1
Ingebruikname van de zender
1. Om een optimale overdracht te garanderen plaatst
u de zender in verticale toestand in de te bewaken
ruimte. De voorzijde van het apparaat dient zoveel
mogelijk in de richting van de te bewaken persoon
(b. v. uw baby) te wijzen. Daarbij dient er bovendien
op te worden gelet dat geruis of geluid niet door ob-
stakels worden onderbroken.
Tip! Uit veiligheidsoverwegingen en voor een opti-
male ruisoverdracht raden wij u aan een afstand van
tenminste één meter tussen de zender en de baby te
bewaren. Leg de zender nimmer in de wieg, het kin-
derbedje of de box!
2. Verbind de meegeleverde netadapter met de con-
tactdoos van de zender en het stroomnet (controleer
vóór de aansluiting op het net of de gegevens op het
typeschild van de netadapter overeen komen met de
gegevens van uw stroomnet).
3. Om de zender in te schakelen drukt u gedurende
ca. 5 seconden op de Aan/Uit-knop.
4. De zender probeert nu verbinding te maken met de
ontvanger. Dit proces wordt door de groen knippe-
rende ingebruik-aanduiding gesignaleerd. Na de in-
gebruikname van de ontvanger, zoals beschreven
onder “6.2 Ingebruikname van de ontvanger”, licht
de ingebruik-aanduiding groen op, zodra de verbin-
ding tussen zender en ontvanger is gemaakt.
6.2
Ingebruikname van de ontvanger
Tip! Vóór ingebruikname dient u er zich van te verzekeren
dat de meegeleverde accu’s correct geplaatst en volle-
dig opgeladen zijn. Zo niet, dan handelt u zoals beschre-
ven onder “5. Vóór ingebruikname”.
1. Plaats de ontvanger in verticale toestand in uw nabij-
heid.
2. Om de ontvanger in te schakelen drukt u gedurende
ca. 5 seconden op de Aan/Uit-knop.
3. De ingebruik-aanduiding licht eerst groen op. Zodra
de verbinding tussen de zender en ontvanger is ge-
maakt, licht de ingebruik-aanduiding op de zender
en de ontvanger permanent groen op.
Tip! Tijdens het opladen licht de ingebruik-aanduiding
op de ontvanger afwisselend groen en oranje op.
4. Met behulp van de volumeknop kunt u de geluids-
sterkte van de ontvanger individueel naar wens in-
stellen. De werkelijke geluidssterkte wordt daarbij
d. m. v. de ontvangstaanduiding (LED-keten) optisch
weergegeven. Bij minimale geluidssterkte licht één
LED-lampje en bij maximale geluidssterkte lichten
vier LED-lampjes op.
Tip! Voor een geruisloze bewaking stelt u de geluids-
sterkte op het minimum (LED-lampje knippert).
5. De ontvanger is op de voorzijde voorzien van een op-
tische ontvangstaanduiding. Zodra een geruis wordt
overgedragen, wordt dit niet alleen akoestisch maar
ook optisch op de ontvangstaanduiding waargeno-
men (LED-keten). Des te sterker het ontvangen ge-
ruis, des te meer LED-lampjes oplichten.
D. m. v. de meegeleverde bestelkaart kunt u
aanvullende originele net-adapters voor de
ontvanger aanvragen.
7.
Werkingtest
Het is zeer belangrijk dat de babyfoon vóór het eer-
ste gebruik op goed functioneren wordt gecontroleerd.
Plaats hiervoor uw zender in de gewenste ruimte en zet
b. v. een radio op kamergeluidssterkte aan. Daarna loopt
u met de ontvanger eenmaal door uw kamers en stelt u
de gewenste geluidssterkte in.
8.
Ruggespraakfunctie
Met de ruggespraakfunctie op de ontvanger kunt u uw
baby op afstand geruststellen. Let er daarbij op dat de
ingebruik-aanduiding op de zender en ontvanger groen
oplicht (zie “6. Ingebruikname”). Met behulp van de vo-
lumeknop op de zender kunt u de geluidssterkte indivi-
dueel naar wens instellen.
Houd de ruggespraak-knop op de ontvanger ingedrukt,
spreek nu duidelijk in de ontvanger en laat vervolgens de
ruggespraak-knop weer los.
Tip! Zolang de ruggespraak-knop op de ontvanger inge-
drukt wordt gehouden kan er geen toon van de zender
over de luidspreker op de ontvanger worden gehoord.
9.
Nachtlampfunctie
De zender is uitgerust met een aanvullende nachtlamp-
functie. Aangezien baby’s in het donker dikwijls huilen
is de zender van een nachtlampje voorzien, wat een ge-
ruststellende uitwerking op de baby heeft.
Met de Aan/Uit-knop voor het nachtlampje op de zender
of ontvanger kunt u de nachtlampfunctie in- of uitscha-
kelen. Voor het inschakelen drukt u gedurende ca. vier
seconden op de Aan/Uit-knop voor het nachtlampje op
de zender of ontvanger. Voor het uitschakelen drukt u
gedurende ca. één seconde op de Aan/Uit-knop voor
het nachtlampje.
10.
Batterijbewaking
Indien bij werking op de accu de bedrijfsspanning niet
meer toereikend is, wordt dit op de ontvanger aangege-
ven. Bij te geringe bedrijfsspanning licht de ingebruik-
aanduiding op de ontvanger oranje op. Laad in dit geval,
zoals omschreven onder “5.2 Opladen van de accu’s in
de ontvanger”, de ontvanger weer op.
11.
Reikwijdte
Op grond van de fysieke versterkingsvoorwaarden van
radiogolven dient u de reikwijdte van uw babyfoon in uw
omgeving door uitproberen vast te stellen. Onder opti-
male omstandigheden bereikt u een reikwijdte van tot
300 m. De werkelijke reikwijdte hangt echter in wezen af
van de plaatselijke omstandigheden. Hierbij moet b. v.
met de locatie van de zender, het type woning of de at-
mosferische condities rekening worden gehouden.Bo-
vendien kan de reikwijdte worden beperkt indien u de
ontvanger in de hand houdt en deze dichtknijpt.