HanseLifter DSHT-05 Series, Operating Manual, Page: 155 / 290

Pagina 10 van 16
DSHT-05 - serie Elke vermenigvuldiging van om het even welke aard, ook uittreksels, is niet toegestaan.
NL
Reglementair gebruik
Gebruik de heftafel enkel voor het optillen van goederen resp. lading. De heftafel mag enkel in droge ruimten
met effen ondergronden worden gebruikt. Houd de heftafel weg van vochtigheid en natheid. Als deze in contact
is gekomen met bijv. regen, droog de heftafel dan onmiddellijk af en smeer alle bewegende plaatsen aan de
daarvoor voorziene smeernippels af. Eveneens moet het contact met stof, zand en andere abrasieve en
agressieve materialen worden vermeden. Let erop dat geen linten of touwen in de bewegende onderdelen
verstrikt geraken.
Bescherm de heftafel tegen agressieve en verontreinigde substanties.
Verkeerd gebruik
•
Het is verboden personen of dieren op de heftafel te transporteren.
•
Raak de bewegende onderdelen niet aan en let erop dat geen andere persoon de bewegende
onderdelen aanraakt.
•
Let erop dat er zich niets onder de tafelplaat bevindt. Er bestaat knelgevaar.
Montage
Opstellen, toonbeeld
Afbeelding 1 Bevestigingsgaten
Voor de vaste montage is het noodzakelijk de heftafel op de bodem te fixeren. Gebruik hiervoor de aanwezige
bevestigingsgaten in de heftafelbodem. Verzeker u ervan dat de bodem waarop de heftafel moet worden
gemonteerd en bediend, voldoende draagkracht heeft voor de heftafel en de maximale hefbelasting. Let
eveneens op de dynamische krachten die kunnen optreden als de last wordt opgetild resp. neergelaten.
maximale totale belasting = eigen gewicht van de he maximale heflast
Gebruik uitsluitend speciaal voor het overeenkomstig bodemtype geschikte bevestigingselementen.
Bij twijfel raadpleegt u een vakman of vraagt u in een architectenbureau, die de zaalbodem ontworpen heeft,
welke bevestigingselementen geschikt zijn en of de ondergrond voor de optredende krachten geschikt is.
Stroomaansluiting
De heftafel hebben een 400V/16A stroomaansluiting nodig.
Let erop dat alle kabels en leidingen zo worden geplaatst dat ze geen struikelgevaar vormen of in het
werkbereik liggen.
Schade die door geweld of berijden/betreden van de kabels zijn ontstaan, komen niet in aanspraak voor
garantie.