•
Sluit de meegeleverde Mini-USB-oplaadkabel aan op het Mini-USB-laadcontact (11) van de
dashcam en de elektrische aansluiting van de auto.
•
De dashcam schakelt zichzelf automatisch in na het starten van de motor.
•
Het statusledje (12) brandt continu blauw.
Aanwijzing - Batterijcapaciteit
De batterij beschikt over een beperkte looptijd van ca. 2-3 minuten. Deze bufferfunctie wordt
bijvoorbeeld gebruikt voor de continue voortzetting van de kloktijd. Langer gebruik is alleen
mogelijk met aangesloten auto-adapter.
Aanwijzing - Continue werking op batterij
Het apparaat is niet bestemd voor continu gebruik met een accu. Continu gebruik met een accu kan
tot onherstelbare schade leiden.
7.2. In-/uitschakelen
Aanwijzing - automatisch in-/uitschakelen
Is de dashcam via de autolader op een stroombron aangesloten, dan wordt deze automatisch in- of
uitgeschakeld wanneer de auto wordt gestart of uitgeschakeld.
Aanwijzing - Auto-accu
Bij sommige voertuigen kan het voorkomen dat de stroomvoorziening in stand blijft ondanks dat
het contact is uitgeschakeld. Schakel in dit geval de camera handmatig uit om de accu van uw auto
tegen leeglopen te beschermen.
Houd Power [ ] (10) gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt om de dashcam handmatig in/uit
te schakelen.
7.3. Micro-SD-kaart plaatsen
•
Steek een micro-SD-kaart in de micro-SD-kaartsleuf (2) van de dashcam.
•
Het display geeft weer.
Aanwijzing - Geheugenkaart vol
Zodra het geheugen van de micro-SD-kaart vol is, wordt de oudste video-opname overschreven.
63
Summary of Contents for 30
Page 2: ...3 1 2 4 5 6 7 8 9 10 A B...
Page 3: ...11 12 13 15 14 C D...