i
64
4.5 Watermelder (optioneel)
De functies van de fornuisbewaker kunnen
optioneel met tot wel vier watermelders worden
uitgebreid. Als de sensoren in aanraking komen
met water, wordt een waterlekkage-alarm afge-
geven (tabel 1). De status-led knippert langzaam
blauw en daarnaast weerklinkt een signaaltoon.
Wat te doen bij een waterlekkage-alarm:
Waterlekkage-alarm bevestigen door de
bedieningstoets (3) in te drukken.
De signaaltoon en de knipperende status-led
(5) gaan uit.
Stroomtoevoer onderbreken.
De oorzaak voor de waterlekkage opheffen.
Watermelder(s) met een schone doek reinigen
en drogen.
Stroomtoevoer weer inschakelen en een
functietest uitvoeren.
Indien de watermelder vochtig blijft, wordt na
8 uur weer een alarm afgegeven.
4.6 Potentiaalvrije contacten (optioneel)
Het apparaat beschikt over twee potentiaal-
vrije contacten AUX1 en AUX2 (afbeelding 6),
waarop bijvoorbeeld en KNX-RF binaire ingang
kan worden aangesloten. Op die manier kan
een alarmsignaal bijvoorbeeld naar de KNX-bus
verstuurd worden. Het alarmsignaal blijft net
zolang geactiveerd tot het alarm (zie gevaarlijke
situatie, lekkage) door indrukken van de toets
(3) op de sensorunit wordt bevestigd. De bed-
rading van de potentiaalvrije contacten en hun
betekenis wordt in tabel 3 weergegeven.
In de normale modus van de AUX-uitgangen is
bij AAN het contact tussen
In
en
Out
gesloten en
bij UIT geopend.
Het AUX-uitgangssignaal kan ook worden geïn-
verteerd. Het inverse signaal kan bijvoorbeeld
worden gebruikt om kabelbreuk te herkennen of
om te constateren dat de voedingsspanning is
onderbroken (zie hoofdstuk 5.1 "Potentiaalvrije
contacten aansluiten"). In het inverse geval is
het contact tussen de klemmen In en Out in de
toestand UIT gesloten en in de toestand AAN
geopend.
Bij toepassing van een KNX-RF binaire
ingang kan het gebruik van inverse AUX-si-
gnalen een vermindering van de levensduur
van de batterij van het RF binaire apparaat
tot gevolg hebben.
De AUX-uitgangen kunnen op vier verschillende
manieren worden aangesloten (tabel 4). Voor
het doorsturen van de alarmmelding moet
optie
1
worden gebruikt.
AUX1
AUX 2 Systeemstatus
UIT
UIT
Geen alarmmelding!
Fornuis uitgeschakeld of geen gevaarlijke situatie
UIT
AAN
Kookactiviteit gedetecteerd.
Deze status wordt meteen na het inschakelen van het fornuis geactiveerd.
Afhankelijk van de intensiteit van het kookproces wordt het signaal 1 ... 30 mi-
nuten na het afsluiten van het kookproces uitgeschakeld. Deze vertragingstijd
kan worden gebruikt om:
- met het afgegeven signaal bijvoorbeeld een afzuigkap of een keukenven-
tilator aan te sturen.
- aan de hand van het wisselen van het signaal van UIT AAN te evalu-
eren hoe vaak er wordt gekookt.