HACH LANGE TitraLab KF1000 Series, Basic User Manual

Page: 191 / 432

14. Weeg de lege monsterhouder en trek deze waarde af van het gewicht van het monster in de
houder (zie stap
11 ). Het resultaat is het precieze gewicht van het geanalyseerde monster.
Noteer deze waarde.
15. Druk op Start om de analyse van het vochtgehalte te starten. De meetgegevens worden op het
scherm weergegeven.
Opmerking: De analyse van het vochtgehalte start automatisch na toevoeging van het monster als de
parameter Injection Autodetect (Injectie zelfdetectie) is ingesteld op Yes (Ja).
16. Als de standaard roersnelheid moet worden aangepast, druk dan op de omhoog en omlaag
pijltoetsen om de snelheid te verhogen of te verlagen.
Opmerking: Het wijzigen van de standaard roersnelheid kan het meetresultaat beïnvloeden.
17. Als de opties beschikbaar zijn tijdens de meetprocedure, druk dan op Skip (Overslaan) om de
huidige stap te negeren of druk op Stop om de meting te stoppen.
18. Als de meting is voltooid, voer dan het precieze gewicht van het geanalyseerde monster in (zie
stap
14 ). Druk op de pijltoetsen om de verschillende metingsweergaven te zien.
19. Druk op Next (Volgende) voor de volgende opties:
Optie Beschrijving
Replicate sample
(Monster repliceren) Gebruik deze optie om dezelfde titratie op hetzelfde monster uit te voeren. Dit
wordt gebruikt om de herhaalbaarheid te bestuderen door achtereenvolgens
verschillende delen van hetzelfde monster te onderzoeken. Na afloop van elke
meting worden de gemiddelde waarde, de standaardafwijking en de relatieve
standaardafwijking weergegeven.
New sample (Nieuw
monster) Gebruik deze optie om dezelfde titratie op een nieuw monster uit te voeren. Er
worden geen metingen m.b.t. de standaardafwijking of relatieve standaardafwijking
uitgevoerd.
Cell management
(Celbeheer) Gebruik deze optie om de meetcel met de pompen te vullen of leeg te maken.
Raadpleeg
Celbeheer op pagina 191.
20. Druk op Exit (Afsluiten) om terug te gaan naar het hoofdmenu.
Celbeheer
Gebruik deze optie om de meetcel met de pompen te vullen of leeg te maken.
1. Selecteer in het hoofdmenu Cell management (Celbeheer) .
2. Druk op de linker en rechter pijltoets om te selecteren.
Optie Beschrijving
Fill cell (pump 1)
(Vul cel (pomp 1)) Gebruik deze optie om de meetcel te vullen met reagens vanaf pomp 1. Druk op de
pijltoets omhoog om de procedure te stoppen.
Empty cell (pump 2)
(Lege cel (pomp 2))
V O O R Z I C H T I G
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Voordat u deze optie selecteert, dient u
het vloeistofniveau in de afvalfles te controleren. Zorg ervoor dat er voldoende
ruimte in de fles is om al de vloeistof uit de meetcel op te vangen.
Gebruik deze optie om het reagens uit de meetcel af te voeren met pomp 2. Druk op
de pijltoets omhoog om de procedure te stoppen.
3. Druk op Exit (Afsluiten) om terug te gaan naar het hoofdmenu.
Nederlands 191