•
Voordat u dit apparaat gaat gebruiken moet u beslist de
veiligheidsinrichtingen controleren. Overtuigt u zich dat
ook schijnbaar slechts licht beschadigde onderdelen
daadwerkelijk naar behoren functioneren.
•
Voor zover in deze gebruiksaanwijzing niet anders
aangegeven, moeten beschadigde onderdelen en
veiligheidsinrichtingen door een geautoriseerd
servicecentrum gerepareerd of vervangen worden.
•
Laat een beschadigde schakelaar door een geautoriseerd
servicecentrum repareren of vervangen.
•
Dit apparaat voldoet aan alle desbetreffende
veiligheidsbepalingen. Reparaties mogen slechts door
een gekwalificeerde elektricien in een geautoriseerd
servicecentrum en met gebruik van originele
reserveonderdelen uitgevoerd worden. Bij niet
respecteren van deze regels bestaat gevaar van
ongevallen.
•
LET OP! Het accuzuur is sterk etsend en kan
aanzienlijke letsels veroorzaken. Na aanraking met de
vloeistof rijkelijk met water afspoelen en een arts
raadplegen. Ook kledingstukken kunnen door het
zuur beschadigd worden.
Let op: Slechts aan een stroomnet met schakelaar
voor foutstroom (FI) aansluiten.
Inbedrijfstelling
1.
Controle van de leidingspanning van 230 V
2.
De kabel met de rode tang aan de klem (+12) of (+24)
van de acculader aansluiten.
3.
De rode tang aan de pluspool (+) van de accu aansluiten.
4.
De zwarte tang aan de minpool (-) van de accu
aansluiten.
Opmerking:
De minpool is voor accu’s van 12 en 24 volt. Het
laadapparaat laadt met ingestelde laadstroom tot het einde.
Handelswijze in noodgeval
Tref de noodzakelijke maatregelen om éérste hulp te verlenen,
die met het letsel overeenkomt en vraag zo snel mogelijk
gekwalificeerde medische hulp aan.
Bescherm gewonde personen voor overig letsel en stel ze
gerust.
Gebruik volgens bepalingen
Met de hier beschreven apparaten kunnen loodaccu’s geladen
worden die normaal bij motorvoertuigen (met benzine- en
dieselmotoren) gebruikt worden. Daarbij is de keuze van de
elektrolytsoort vrij gelaten.
•
Niet geschikt voor gel-accu’s!
•
Het wordt altijd aanbevolen er op te letten dat het
vermogen van de acculader met de capaciteit van de te
laden accu in overeenstemming is. Een te klein
laadapparaat kan voor het laden te veel tijd in beslag
nemen, een apparaat met te veel vermogen kan de accu
beschadigen.
Overbelasting
De apparaten zijn van beveiliging tegen overbelasting voorzien
(veiligheidsinrichting om de acculader voor de effecten van
foute verbindingen of overladen te beschermen).
De overlastbeveiliging is een zekering die de acculader voor
storingen en onjuiste behandeling beschermt. Slaat de
zekering uit, dan moet aandachtig gecontroleerd worden of
alle aanwijzigen zijn opgevolgd.
Deze overlastbeveiliging is intern en wordt op de display door
„H00“ (overlast) of „noP“ (verkeerde poling) aangegeven. Door
verwijdering van de fout kan het apparaat opnieuw gebruikt
worden.
Elektrische gevaren
1.
Direct elektrisch contact
Een defecte kabel of stekker kan tot een elektrische
schok leiden.
⇒
Laat defecte kabels of stekkers altijd door een
vakman vervangen. Gebruik het apparaat slechts
met een aansluiting aan een veiligheidsschakelaar
voor foutstroom (FI).
2.
Indirect elektrisch contact
Letsels door spanninggeleidende onderdelen bij
geopende elektrische of defecten bouwdelen.
⇒
Tijdens onderhoudswerkzaamheden de netstekker
uitnemen. Slechts met FI-schakelaar aansluiten.
3. Onjuiste
plaatselijke
verlichting
Gebrekkige verlichting stelt een hoog risico voor.
⇒
Zorg bij het werken met het apparaat voor voldoende
verlichting.
Verwijdering
De verwijderinginstructies zijn met pictogrammen aangegeven
die op het apparaat, resp. op de verpakking, te vinden zijn.
Eisen aan de bedienende persoon
De bedienende persoon moet, voor het gebruik van het
apparaat, de gebruiksaanwijzing goed gelezen hebben.
Kwalificatie
Behalve een uitvoerige instructie door vakkundig
verkooppersoneel is er geen speciale kwalificatie voor het
gebruik van het apparaat nodig.
Minimale leeftijd
Het apparaat mag slechts door personen gebruikt worden van
16 jaar of ouder.
Uitzondering hierop is het gebruik door jeugdige personen bij
een beroepsopleiding ter verkrijging van vaardigheid en indien
dit onder toezicht van een opleider plaats vindt.
Scholing
Om het apparaat te kunnen gebruiken is enig passend
onderricht, door een vakman, resp. de bedieningsaanwijzing,
voldoende. Een speciale scholing is niet noodzakelijk.
Technische gegevens
Aansluiting:
230 V/50-60 Hz
Startspanning laden:
12/24 V
Laadstroom effectief:
12 V/63 Amp., 24 V/63 Amp.
Laadstroom rekenk.:
12 V/40 Amp., 24 V/40 Amp.
Startstroom 0 V:
500 Amp.
Startstroom 1,5 V:
300 Amp.
Max. netvermogen:
Start: 12 V/3,2 kW, 24 V/5,5 kW
Laad: 12 V/0,6 kW, 24 V/1,1 kW
Min. beveiliging:
16 Amp.
Nominale capaciteit:
36-1500 Ah
Batterij Start:
45-65 Ah zonder dagvaarding
80-150 Ah met dagvaarding
Art. Nr.
85071
Transport en opslag
•
Bij een langdurige opslag moet het apparaat vooraf grondig
gereinigd worden.
•
Zorgen voor de inrichting in een schone, droge plaats
•
Bescherm de zaag door een kunststofplaat, karton of iets
dergelijks tegen weersinvloeden.
Laadfunctie
Bij alle om- en instellingen van de acculader altijd de
netstekker uitnemen.
Laden van een accu van 12 volt
1.
Kies de spanning met de spanningskeuzeschakelaar
(afb. 1/10).
2.
De zwarte poolkabel moet altijd als éérste aangesloten
worden aan de minpool, daarna de pluspool
aanklemmen.
3.
Klem de accu van het voertuig, voor het laden,
geheel af.
4.
Het apparaat met het stroomnet verbinden en
inschakelen „ON“.
31
Summary of Contents for Velox 520
Page 2: ...1 ...