
NL
34
Storingen – Oorzaken -
Oplossingen
De motor start niet
1. Tank is leeg.
2. Motor is verzopen.
3. Bougie is vuil (koolresten op de elektroden),
afstand van de elektroden is te groot.
4. Carburateur, -sproeiers zijn vervuild.
5. Aansluiting van de bougie of bougiekabel is
beschadigd.
6. Geen ontstekingsvonk. 5-10 minuten
wachten en dan opnieuw inschakelen.
7. Brandstofpomp 3 – 4 mal bedienen.
De motor geeft niet voldoende vermogen.
1. Bougie is vuil (koolresten op de elektroden),
afstand van de elektroden is te groot.
2. Carburateur, -sproeiers zijn vervuild.
3. Luchtfilter
vervuild.
4. Uitlaat, uitlaatkanaal van de cilinder.
5. Carterpakking
lekt.
6. Cilinder, zuigerringen versleten.
7. Onjuist brandstofmengsel (te veel olie).
8. Ontsteking niet juist
9.
Choke aan.
De motor stopt niet
1. Bougie lichtgrijs met aanduiding tot gloeien
(smeltparels).
2. Koolresten in verbrandingsruimte.
Inspectie en onderhoud
Let op: De volgende aanwijzingen
gelden voor normale
gebruiksomstandigheden. Bij verzwaarde
omstandigheden, zoals bij langere dagelijkse
werkuren, moeten de intervallen
overeenkomstig verkort worden.
Controleer en verzorg regelmatig:
•
Controleer na beëindiging van de
werkzaamheden de complete machine en
maak deze schoon.
•
Gebruik voor het schoonmaken van de
kunststofdelen een vochtige doek. Geen
schoonmaakmiddelen, oplosmiddelen of
puntachtige voorwerpen gebruiken.
•
Bij sterke vervuiling het luchtfilter reinigen.
•
Bougie eventueel vervangen.
•
Verwijder uit de ventilatieopening en van de
beweegbare onderdelen, na ieder gebruik,
vastzittend stof met een zachte borstel of
penseel.
Smeer alle beweegbare metaalonderdelen
regelmatig met olie in.
Schakel de grondboor altijd uit om
onderhoudswerkzaamheden of reparaties uit
te voeren.
Verwisseling van de boor (afb.
4+5+6)
Let op!
Schakel de machine altijd uit.
Plaats de hoofdunit
(afb. 4)
op zijn kop waardoor de
grondboor eenvoudig geplaatst kan worden.
Plaats hiervoor het booropzetstuk
(afb. 5)
over
de opname en borg de boor met de
meegeleverde bout en splitpen
(afb. 3/1+2)
Controleer altijd vóór het begin van
werkzaamheden of de grondboor nog juist
vastzit.
Breng nu de hoofdunit weer in de staande
positie.
Veiligheidsinstructies voor
inspectie en onderhoud
Enkel een regelmatig onderhouden en een goed
verzorgde machine kan een tot tevredenheid
werkend hulpmiddel zijn. Onderhouds- en
verzorgingsfouten kunnen tot onvoorziene
ongevallen en letsels leiden.
Veiligheidsinstructies voor
inspectie en onderhoud
Voor ieder werkbegin
Gashendel controleren.
Voor ieder werkbegin
De complete machine op aanzien controleren.
Voor ieder werkbegin
Het vastzitten van de boor controleren.
Na ieder gebruik
De complete machine controleren en
noodzakelijke reinigingswerkzaamheden
uitvoeren.
Regelmatig
Controleer of alle schroeven goed zijn
vastgedraaid. Door vibraties kunnen deze met de
tijd losser worden.
Summary of Contents for GE 1650
Page 4: ...DE 4 1 2 3 ...
Page 11: ...GB 11 1 2 3 ...