61
Bij het lassen moeten de betreffende nationale
richtlijnen en wetten in acht worden genomen. Dit
geldt met name voor de betreffende ongevallenpre-
ventievoorschriften.
Het lasapparaat voor gevulde draad mag uitsluitend
op een effen en vlakke ondergrond worden geplaatst.
Het standvlak van de lasstroombron kan een schuine
hoek tot 10° hebben tegenover de horizontale lijn.
Het apparaat mag in zijn ongunstigste positie niet
omvallen. Indien nodig moet het worden beveiligd.
Beveilig het lasapparaat voor gevulde draad tegen
omvallen als het op een schuin oppervlak wordt
geplaatst.
Om schade aan het apparaat te voorkomen, mag het
uitsluitend rechtop staand worden getransporteerd.
Gevarenbronnen
Werkzaamheden aan de netspanningszijde, bijvoor-
beeld aan kabels, stekkers, contactdozen etc. alleen
door een vakman laten uitvoeren. Dit geldt met name
voor het maken van tussenkabels.
Bij ongevallen de lasstroombron onmiddellijk van het
net scheiden.
Indien elektrische aanraakspanningen optreden,
moet het apparaat onmiddellijk worden uitgescha-
keld en door een vakman worden gecontroleerd.
Aan de lasstroomzijde altijd op goede elektrische
contacten letten.
Bij het lassen altijd aan beide handen isolerende
handschoenen dragen. Deze beschermen tegen
een elektrische schok (nullastspanning van de
laststroomkring), tegen schadelijke straling (warmte
en UV-straling) alsmede tegen gloeiend metaal en
slakspetters.
Vast isolerend schoeisel dragen, de schoenen moeten
ook bij natheid isoleren. Lage schoenen zijn niet ge-
schikt, omdat vallende, gloeiende metalen druppels
verbrandingen veroorzaken.
Geschikte kleding dragen, geen synthetische kle-
dingstukken.
Niet met onbeschermde ogen in de vlamboog
kijken, alleen een lashitteschild met voorgeschreven
veiligheidsglas conform DIN gebruiken. De vlamboog
geeft behalve licht- en warmtestralen die verblinding
resp. verbranding veroorzaken, ook UV-stralen af.
Deze onzichtbare ultraviolette straling veroorzaakt bij
onvoldoende bescherming een bindvliesontsteking,
die pas enkele uren later wordt opgemerkt en zeer
pijnlijk is. Bovendien heeft de UV-straling op onbe-
schermende lichaamsdelen zonnebrandschadelijke
effecten tot gevolg.
Ook personen of helpers in de buurt van de vlam-
boog moeten op de gevaren worden gewezen en
met de benodigde beschermende middelen worden
uitgerust. Indien nodig beschermingswanden
inbouwen.
Op reservoirs, waarin gassen, brandstoffen, minerale
oliën e.d. hebben gezeten, mogen ook als ze al lange
tijd geleden geleegd zijn geen laswerkzaamheden
worden uitgevoerd, omdat door resten explosiege-
vaar bestaat.
In brand- en explosiegevaarlijke ruimten gelden
bijzondere voorschriften.
Lasverbindingen, die worden blootgesteld aan grote
belastingen en beslist aan veiligheidseisen moeten
voldoen, mogen uitsluitend door speciaal opgeleide
en gecertificeerde lassers worden uitgevoerd. Voorbe-
elden daarvan zijn: Drukketels, looprails, aanhanger-
koppelingen, etc.
Krappe en hete ruimten
Opgelet! Vergiftigingsgevaar / Verstik-
kingsgevaar
• Bij het lassen ontstaat een aanzienlijke hoeveel-
heid rook en gas. Zorg ervoor, dat rook en gas
altijd door een geschikte opening kunnen worden
afgevoerd. Voer echter nooit zuurstof toe. Dit
verhoogt het brandgevaar.
Bij werkzaamheden in krappe of hete ruimten
moeten isolerende onderlagen en tussenlagen
alsmede kaphandschoenen van leer of andere slecht
geleidende stoffen voor de isolatie van het lichaam
tegen vloer, wanden, geleidende apparaatdelen e.d.
worden gebruikt.
Bij gebruik van lastransformatoren voor het lassen
met verhoogd elektrisch gevaar, zoals in krappe
ruimten met elektrisch geleidende wanden (ketels,
buizen, etc.), in hete ruimten (werkkleding die nat
van zweet is), mag de uitgangsspanning van het
lasapparaat voor gevulde draad in nullast niet hoger
zijn dan 48 V~ (effectieve waarde). Het apparaat
kan zodoende op basis van de uitgangsspanning in
nullast worden gebruikt.
Beschermende kleding
Opgelet! Ongevalgevaar vanwege
spattende vonken
De spattende lasvonken kunnen pijnlijke brand-
wonden veroorzaken.
Neem daarom beslist de volgende aanwijzingen
in acht:
• Draag altijd een leren schort.
• Gebruik leren handschoenen.
• Draag bij het lassen boven het hoofd een geschi-
kte hoofdbedekking.
• Laat de broekspijpen over uw schoenen vallen.
• Draag stevig en isolerend schoeisel.
Tijdens de werkzaamheden moet de lasser over zijn
hele lichaam door kleding en gezichtsbescherming
tegen stralen en verbrandingen zijn beschermd.
Aan beide handen moeten kaphandschoenen van
geschikt materiaal (leer) worden gedragen. Deze
moeten zich in onberispelijke toestand bevinden.
NL
NEDERLANDS