Ne
de
rla
n
d
s (NL)
99
Pos.
Onder-
deel
Beschrijving
1
Pomp
Het signaallampje laat zien dat de pomp klaar voor gebruik is.
2
Druk op [On/Off] om de bediening van de pomp in of uit te schakelen. De knop kan ook wor-
den gebruikt om de alarmmelding "Alarm" handmatig te resetten.
• Druk eenmaal op de knop om de alarmmelding te resetten.
• Druk opnieuw op de knop om de pomp in te schakelen.
3
Het signaallampje laat zien dat de pomp is uitgeschakeld.
4
Het signaallampje "Pump on" brandt wanneer de pomp in bedrijf is.
5
Standaard is de functie "Auto reset" ingeschakeld bij levering.
• Wanneer het signaallampje brandt, dan is de "Auto reset" functie ingeschakeld. De pomp
probeert automatisch elke 30 minuten na een alarm of storing opnieuw in te schakelen.
Na 24 uur blijft de pomp in de alarm-toestand.
• Wanneer het signaallampje niet brandt is de "Auto reset" functie uitgeschakeld. De pomp
wordt niet opnieuw ingeschakeld na een alarm of storing.
Door gedurende 5 seconden op [On/Off] (5) te drukken wordt de functie "Auto reset" inge-
schakeld of uitgeschakeld.
6
Het signaallampje "Alarm" brandt wanneer de pomp zich in de alarmtoestand bevindt.
De alarm-toestand kan de volgende oorzaken hebben:
• drooglopen
• te hoge temperatuur
• overbelaste motor
• vastgelopen motor of pomp.
7
Bedieni
ngsp
aneel
Druk op de knop om te schakelen tussen de bedieningsmodus "Only" en "Auto".
8
Het signaallampje geeft aan dat water is gebruikt vanuit de waterleidingtoevoer.
9
Het signaallampje "Only" (Alleen) geeft aan dat het systeem
alleen
is ingesteld op gebruik
van leidingwater.
10
Het signaallampje "Auto" geeft aan dat het systeem is ingesteld op automatische omscha-
keling tussen gebruik van leidingwater en regenwater.
11
Het signaallampje "Emergency overflow" (Noodoverloop) knippert bij een te hoog leidingwa-
terniveau en bij overloop vanaf de waterleidingtank. Automatische omschakeling naar
gebruik van leidingwater vindt plaats. Een akoestisch waarschuwingsignaal wordt gegeven.
12
Het signaallampje "Backflow" (Terugstroming) is alleen actief als bewakingsapparatuur (toe-
behoren) voor terugstroming geïnstalleerd is.
Alarmmelding: Het signaallampje knippert als rioolwater terug in de verzameltank stroomt.
Automatische omschakeling naar gebruik van leidingwater. Een akoestisch waarschuwing-
signaal wordt gegeven.
13
Het signaallampje "Filter cleaning" (Filter reinigen) knippert elke 120 bedrijfsdagen om de
operator er aan te herinneren dat het regenwaterfilter mogelijk moet worden gereinigd. Het
regenwaterfilter wordt aangebracht op de inlaat naar de verzameltank en is
geen
onderdeel
van de RMQ.
14
Druk op "Reset" om optische en akoestische alarmmeldingen en waarschuwingen te reset-
ten.
• Reset het akoestische signaal door de knop kort in te drukken.
• Reset het optische signaal door de knop ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden.
15
Regenw
ater
ver
zam
elt
ank
Druk op de knop om de weergave van het vloeistofniveau in of uit te schakelen.
16
De potentiometer wordt alleen gebruikt om de hoogte van de verzameltank in te stellen.
17
Het waterniveau in de verzameltank wordt aangegeven in stappen van 10 %. Als het water-
niveau hier tussenin ligt, bijvoorbeeld op 45 %, dan hebben de signaallampjes voor 40 % en
50 % een verschillende lichtintensiteit.