Ne
de
rla
n
d
s
(NL)
150
8.2 Relaisuitgangen
Onderdrukking van interferentie is vereist voor
inductieve belastingen (ook relais en contactors).
Wanneer dit niet mogelijk is moeten de relaiscontac-
ten zoals hieronder beschreven met een onderdruk-
kingsschakeling worden beveiligd.
•
Bij wisselspanning:
•
Bij gelijkspanning: Vrijloopdiode parallel aan
relais of contactor schakelen.
Afb. 7
Onderdrukkingscircuit, DC/AC
8.3 Stroomuitgang
De stroomuitgang kan worden ingesteld op één van
de twee standaard bereiken, "0 tot 20 mA" of "4 tot
20 mA".
Sluit alle afschermingen aan één zijde aan op de
afschermingsaarde (klem 15).
Stroomuitgang
De stroomuitgang geeft de weergegeven meet-
waarde weer als analoog stroomsignaal m.b.t. het
meetbereik.
Gebruik van het stroomsignaal
Gebruik het stroomsignaal als ingangssignaal voor
een exta display-eenheid.
8.4 Aansluitingen voor watersensor
en temperatuursensor
Aansluiten van watersensor
•
Een sensor (benaderingsschakelaar) wordt
gebruikt voor de AQC-D1/-D11/-D2/-D12 en
AQC-D3/-D13 meetcellen. Raadpleeg voor
kabelkleuren en identificaties paragraaf
8.5 Aansluiten van de meetcellen
.
Aansluiten van Pt100 temperatuursensor
(Conex
®
DIS-PR)
1. Sluit + ader aan op klem 17.
2. Sluit - ader aan op klem 18.
N.B.
De aansluiting van de relaisuitgangen is
zowel afhankelijk van de toepassing en het
geregelde apparaat. De hieronder
beschreven aansluitingen dienen daarom
uitsluitend als richtlijn.
Max. stroom
Condensator, C
Weerstand, R
60 mA
10 nF, 275 V
390
Ω
, 2 W
70 mA
47 nF, 275 V
22
Ω
, 2 W
150 mA
100 nF, 275 V
47
Ω
, 2 W
1,0 A
220 nF, 275 V
47
Ω
, 2 W
Voorzichtig
Voorzie relaisuitgangen van een geschikte
backup zekering!
TM
03
72
09
28
13
+
-
DC
R
C
AC
Voorzichtig
Zorg er voor dat de polariteit van de
stroomuitgang juist is! Maximale belasting:
500
Ω
.
Voorzichtig
Bij gebruik van de AquaCell AQC-D2/-D12
meetcel, moet de watersensor altijd zijn
aangesloten en geactiveerd!