22
Instellingen configureren
Bij de infraroodelektronica kunnen 7 voorkeuzeprogramma's worden gekozen. Af fabriek is programma 1 ingesteld.
* Bij geactiveerde Kort uit kan de reinigingsmodus worden geactiveerd. In de reinigingsmodus wordt gedurende 3 minuten
ondanks objectdetectie geen waterloop gestart.
** De automatische spoeling dient voor de hygiëne van het water als de kraan gedurende een lange periode niet wordt gebruikt.
Na 24 uur (niet gebruiksspecifiek) of 72 uur na het laatste gebruik van de kraan (gebruiksspecifiek) volgt een spoeling
gedurende 1 of 5 of 10 minuten.
Aanwijzing m.b.t. de veiligheid:
Zorg bij een geactiveerde automatische spoeling voor een vrije afvoer.
De kraan kan met de afstandsbediening (zie Speciaal toebehoren bestelnr.: 36 206) individueel worden geprogrammeerd.
Programmakeuze
Kort uit*
Automatische spoeling**
Duur van de
thermische
desinfectie
Aan/uit
Spoelinterval
Spoelduur
Gebruiksspecifiek/
niet
gebruiksspecifiek
Programma 1
Actief
Uit
-
-
-
3,5 min.
Programma 2
Actief
Aan
72 uur
5 min.
Gebruiksspecifiek
3,5 min.
Programma 3
Actief
Aan
24 uur
5 min.
Niet
gebruiksspecifiek
11 min.
Programma 4
Actief
Aan
72 uur
10 min.
Gebruiksspecifiek
3,5 min.
Programma 5
Actief
Aan
72 uur
1 min.
Gebruiksspecifiek
3,5 min.
Programma 6
Inactief
Uit
-
-
-
3,5 min.
Programma 7
Inactief
Aan
72 uur
5 min.
Gebruiksspecifiek
3,5 min.
Programma kiezen
Het programma wordt via de infraroodsensoren gekozen.
1. Instelmodus activeren:
Draai schroef (G1) los en demonteer afdekplaat (G),
zie afb. [11].
Onderbreek de voeding van de elektronica en sluit deze
na 10 sec. weer aan, zie uitvouwbaar blad III, afb. [12].
De instelmodus is gedurende 3 minuten actief.
2. Vinger onder op de sensoren houden, zie afb. [13].
Het controlelampje (U) in de sensoren knippert snel.
3. Vinger na het doven van het controlelampje van de
sensoren halen. De programmakeuzemodus is geactiveerd.
4. Vinger weer onder op de sensoren houden.
De programma's worden door groepen van knippertekens
via het controlelampje in de sensoren aangegeven.
De groepen zijn gescheiden door een pauze.
5. Programma's en aanduiding:
De aanduiding start met het momenteel ingestelde
programma. Het aantal knippertekens geeft de betreffende
programma's aan:
1
= programma 1
Pauze
2
= programma 2
Pauze
...
7
= programma 7
Pauze
Na de groep met 7 knippertekens begint de doorloop weer
vooraan.
1
= programma 1
...
6. Programma kiezen:
Het programma wordt gekozen door de vinger in de pauze
na het gewenste programma van de sensoren te halen.
Na het weghalen van de vinger verschijnen de betreffende
knippertekens weer.
7. Een nieuw programma kan indien gewenst gedurende de
volgende 5 sec. worden gekozen. De programmakeuzemodus
is automatisch afgesloten als de vinger 5 sec. na het kiezen
van een programma niet meer op de sensoren wordt
gehouden.