45
NL
• Controleer telkens vóór gebruik het ne-
taansluitingssnoer en de verlengkabel
op beschadigingen en veroudering.
Gebruik het apparaat niet als de kabel
beschadigd of versleten is. Beschadig-
de netaansluitingssnoeren verhogen
het risico op een elektrische schok.
• Houdt U de verlengleidingen van de
snijwerktuigen verwijderd. Wordt de
leiding gedurende het gebruik bescha-
digd, scheidt u deze onmiddellijk van
het net. DE LEIDING NIET AANRA-
KEN, ALVORENS DEZE VAN HET
NET GESCHEIDEN IS. Gevaar voor
een elektrische schok.
• Als het netsnoer van dit apparaat be-
schadigd wordt, moet het vervangen
worden door een speciaal netsnoer,
dat via de fabrikant of via zijn klanten-
serviceafdeling verkrijgbaar is.
• Let er op, dat de netspanning met de
gegevens op het typelabel overeen-
komt.
• Sluit het apparaat, als het mogelijk is,
enkel aan op een lekstroomschakelaar
met een afslagstroom van maximaal
30 mA.
• Bescherm het apparaat tegen vocht.
Het apparaat mag noch vochtig zijn
noch in een vochtige omgeving worden
gebruikt. Het binnendringen van water
in het apparaat verhoogt het risico op
een elektrische schok.
• Vermijdt lichaamskontakt met geaarde
voorwerpen (bijv. metalen omheinin-
gen, metalen palen). Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische
schok als uw lichaam geaard is.
• Gebruik enkel stroomkabels, die maxi-
maal 75 m lang zijn en voor gebruik
buitenshuis geschikt zijn. De door-
snede van de geslagen leider van de
stroomkabel moet minstens 2,5 mm
2
bedragen. Rol een kabelhaspel voor
gebruik steeds volledig af. Kontroleer
de kabel op beschadigingen.
• Werk nooit met het apparaat boven
de verlengkabel. Leg de stroomkabel
steeds achter de persoon die met het
apparaat werkt. De verlengkabel kan
per vergissing doorgeknipt worden.
• Gebruik voor het aanbrengen van de
verlengkabel de daarvoor bedoelde
haak.
• Laat een beschadigde stroomkabel
door ons servicecenter of door een
gelijkwaardig gekwalificeerde persoon
vervangen om gevaren te vermijden.
• Draag het apparaat niet aan dekabel.
Gebruik de kabel niet om de stekker uit
het stopcontact te trekken. Bescherm
de kabel tegen hitte, olie en scherpe
kanten. Het netaansluitingssnoer zou
beschadigd kunnen worden.
ZORGVULDIG OMGAAN MET EN
GEBRUIKEN VAN ACCUTOESTEL-
LEN
a) Laad de accu’s alleen op in accula-
ders, die door de producent aanbe-
volen worden.
Voor een acculader die
geschikt is voor een bepaalde soort
accu’s bestaat brandgevaar als hij met
andere accu’s gebruikt wordt.
b) Gebruik alleen de daarvoor voorzie-
ne accu’s in de elektrowerktuigen.
Het gebruik van andere accu’s kan tot
verwondingen en brandgevaar leiden.
c) Houd de niet-gebruikte accu uit de
buurt van paperclips, munten, sleu-
tels, nagels, schroeven of andere
kleine metalen voorwerpen, die een
overbrugging van de contacten
zouden kunnen veroorzaken.
Een
kortsluiting tussen de accucontacten
kan tot brandwonden of brand leiden.