19
NL
Gevaar voor verwondin-
gen door weggeslingerde
onderdelen. Omstaande
personen op een veilige
afstand van het apparaat
houden.
Gevaar door elektrische
schok bij beschadiging van
de voedingskabel! Kabel op
een veilige afstand van de
maaiwerktuigen en van het
apparaat houden!
Opgepast – scherp werktuig.
Handen en voeten op een
veilige afstand houden. De
draaiing van de walsen blijft
na het uitschakelen van de
motor nog even duren.
Vóór onderhoudswerk-
zaamheden of indien de
voedingskabel beschadigd
is, de stekker ui de con-
tactdoos trekken.
Stel het apparaat niet bloot
aan vocht. Werk niet met het
apparaat als het regent
100
Vermelding van het geluids-
vermogenniveau L
WA
in dB(A).
Draag een veiligheidsbril
Draag een
gehoorbescherming.
Draag een
ademhalingsbescherming.
Beschermingsniveau II
Werkbreedte
Elektrische apparaten horen
niet thuis bij huishoudelijk
afval.
Voordat er werkzaamheden
aan het apparaat worden
verricht de stekker uit het
stopcontact trekken
.
Verstelposities
Symbolen in de
gebruiksaanwijzing
Gevaarsymbool met infor
-
matie over de preventie
van personen- of zaak
-
schade.
Gebodsteken (in plaats van
het uitroepingsteken wordt
het gebod toegelicht) met
informatie over de preventie
van schade.
Aanduidingsteken met infor-
matie over hoe u het appa-
raat beter kunt gebruiken.