38
NL
Aanvullende
veiligheidsvoorschriften
1. Let op! Houd handen en voeten tel-
kens buiten bereik van het maaige-
bied, ook tijdens het starten van het
apparaat. Houd de hand op de extra
handgreep steeds vrij.
2.
Het apparaat met beide handen aan
de multifunctionele handgreep vast-
houden.
Het apparaat steeds op een pas-
sende veiligheidsafstand tot het
lichaam vasthouden en een stabiele
lichaamshouding aannemen. Altijd
de draagriem gebruiken
3. Draag altijd een veiligheidsbril.
4. Gebruik het apparaat alleen bij vol-
doende daglicht of bij voldoende
kunstlicht.
5. Gebruik het apparaat niet in de regen
of voor nat gras.
6. Controleer het apparaat altijd voor
gebruik of na stoten op eventuele be-
schadigingen. Repareer beschadigin-
gen indien noodzakelijk.
7. Gebruik het apparaat niet als de vei-
ligheidsvoorzieningen beschadigd
zijn of niet juist zijn aangebracht.
8. Wees er telkens zeker van dat de
ventilatieopeningen van de motor, de
beschermkappen en de maai-inrich-
ting altijd vrij zijn van vuilresten en
verontreinigingen.
9. Wees er tijdens het gebruik van de
trimmer altijd zeker van dat zich bin-
nen een straal van 15 meter van het
apparaat geen personen of dieren
ophouden. Schakel het apparaat on-
middellijk uit als er toch personen, met
name kinderen binnen de gevarenzo-
ne van de machine komen.
Bij het gebruik van het apparaat
kunnen stenen en andere voorwer-
pen worden weggeslingerd. Dit kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
10. Als het apparaat in werking is, moeten
de bewegende onderdelen niet wor
-
den benaderd (wat betreft de maai-in
-
richtingen).
Nadat de trimmer is uitgeschakeld,
draait de maaikop nog enkele se-
conden na.
11. Maak het terrein waar u de trimmer
wilt gebruiken vrij van stenen, takjes
en ander vast materiaal.
Start de machine zoals is omschreven
in de gebruiksaanwijzing. Het appa
-
raat mag zich tijdens het starten niet
in de werkstand bevinden of omge
-
draaid zijn.
Steek geen straten of grindwegen
over met een draaiende motor.
12. Bij het verlengen van het maaikoord is
uiterste voorzichtigheid geboden. Bij
deze werkzaamheden kunt u ernsti
-
ge snijwonden oplopen. Nadat deze
werkzaamheden zijn uitgevoerd, moet
de juiste werkhouding weer worden
aangenomen voordat het apparaat in
werking wordt gezet.
13. Gebruik geen metalen maaikoord.
Houd er rekening mee dat de maaikop
nog enkele seconden nadraait als u
de gashendel loslaat.
14. Schakel de motor uit (aan-/uitschake-
laar uit), als:
- u de machine niet gebruikt,
- u de machine onbeheerd achterlaat,
- u de machine reinigt,
- u de machine van de ene plaats naar
de andere transporteert,
- u de maai-inrichting verwijdert of
vervangt of als u het maaikoord wilt
verlengen.