NL
13
De werkingstemperatuur instellen
Warm
Cold
De werkingstemperatuur wordt geregeld
via de temperatuurbediening.
1 = Laagste koelstand
(Warmste instelling)
MAX. = Hoogste koelstand
(Koudste instelling)
Kies een stand die overeenkomt met de
gewenste temperatuur.
De binnentemperatuur hangt ook af van
de omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur geopend wordt en de hoeveelheid
voedsel die in de koelkast bewaard wordt.
Wanneer u de deur vaak opent, stijgt de
temperatuur in de koelkast/diepvriezer.
Het is daarom raadzaam om de deur na
elk gebruik zo snel mogelijk te sluiten.
De normale bewaartemperatuur van uw
apparaat moet -18 °C
(0 °F) bedragen. U
kunt lagere temperaturen krijgen door de
thermostaat in richting MAX te draaien.
Wij raden aan de temperatuur met een
nauwkeurige thermometer te controleren
zodat u zeker weet dat in de gewenste
temperatuur in de bewaarvakken wordt
gehandhaafd. U dient de temperatuur van
de thermometer onmiddellijk af te lezen.
Deze stijgt namelijk zeer snel wanneer u de
thermometer uit de diepvriezer neemt..
Diepvriezen
Voedsel invriezen
U kunt het apparaat gebruiken om
verse etenswaren in te vriezen of om
diepvriesproducten te bewaren.
Raadpleeg de aanbevelingen op de
verpakking van de etenswaren.
A
Let op
Overschrijd de vriescapaciteit van uw
apparaat niet binnen een periode van 24
uur. Zie het typeplaatje.
Om de kwaliteit van het voedsel te
behouden, moet het invriezen zo snel
mogelijk gebeuren. Op deze manier zal de
vriescapaciteit niet worden overschreden
en zal de temperatuur in de diepvriezer niet
stijgen.
A
Let op
Houd het al diepgevroren voedsel altijd
apart van vers voedsel.
Maak u geen zorgen als u de deur van
de diepvriezer moeilijk kunt openen net
nadat u deze gesloten hebt. Dit komt door
het drukverschil. Het drukverschil wordt na
enkele minuten genivelleerd zodat u de deur
weer normaal kunt openen.
U hoort een vacuümgeluid net nadat u de
deur sluit. Dit is normaal.
5
Gebruik van de diepvriezer