Aanvullende veiligheidsaanbevelingen
Veiligheid op de werkplek
Gebruik de telescoopkettingzaag alleen op de daarvoor
bestemde wijze. De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen of gevaren die andere mensen of hun eigen-
dom treffen. Let er in het bijzonder op, dat u derden niet
in gevaar brengt door de grotere actieradius wanneer de
telescoopbuis uitgeschoven is.
Gevaar! Bij het dragen van de gehoorbeschermers
en door het lawaai van het apparaat, merkt men
mogelijkerwijs niet wanneer er personen naderen.
Gevaar! Dit apparaat genereert tijdens de werking een
elektromagnetisch veld. Dit veld kan in sommige geval-
len een wisselwerking hebben met actieve of passieve
medische implantaten. Om het risico op ernstig of dode-
lijk letsel te voorkomen, adviseren wij personen met
medische implantaten informatie in te winnen bij hun
arts of fabrikant van het medische implantaat alvorens
het apparaat te gebruiken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er onweer dreigt.
Elektrisch
Sluit het oplaadapparaat uitsluitend aan op de wissel-
spanning die op het typeplaatje staat vermeld.
Er mag onder geen beding aarding worden aangesloten
op enig onderdeel van dit product.
Persoonlijke veiligheid
Draag altijd de geschikte kleding, handschoenen en
stevig schoeisel.
Controleer de gedeelten waar de telescoopkettingzaag
moet worden gebruikt en verwijder alle draden, verbor-
gen elektrische kabels en andere vreemde voorwerpen.
Alle instelwerkzaamheden (snoeikop schuin zetten,
telescoopbuislengte veranderen) moeten plaatsvinden
met opgestoken veiligheidsafdekking en de telescoop-
kettingzaag mag daarbij niet op het zwaard worden
gezet.
Vóór gebruik en nadat de machine een krachtige schok
heeft opgelopen, moet worden gecontroleerd of deze
sporen vertoont van een breuk of beschadiging en
repareer deze zo nodig.
Probeer nooit te werken met een onvolledige telescoop-
kettingzaag of met een telescoopkettingzaag waaraan
ongeoorloofde veranderingen werden uitgevoerd.
Gebruik en verzorging van elektrische
gereedschappen
Zorg ervoor dat u weet hoe u het apparaat in een
noodgeval snel kunt uitschakelen.
Houd de telescoopkettingzaag nooit vast aan de veilig-
heidsafdekking.
Gebruik de telescoopkettingzaag niet, wanneer de
veiligheidsvoorzieningen beschadigd zijn.
Tijdens het gebruik van de telescoopkettingzaag mag
geen ladder worden gebruikt.
Gebruik het apparaat alleen wanneer men op stevige
grond staat.
De accu lostrekken:
– voordat de telescoopkettingzaag onbeheerd wordt
achtergelaten;
– voordat u een verstopping vrijmaakt;
– voordat de telescoopkettingzaag wordt gecontroleerd
of gereinigd of wanneer er werkzaamheden aan
worden uitgevoerd;
– wanneer u een voorwerp tegenkomt. De telescoop-
kettingzaag mag pas weer worden gebruikt, wanneer
absoluut zeker werd vastgesteld, dat de hele
telescoopkettingzaag zich in een veilige gebruikstoe-
stand bevindt;
– wanneer de telescoopkettingzaag ongewoon sterk
begint te trillen. Controleer onmiddellijk. Te grote
trillingen kan letsel veroorzaken.
– voordat u het apparaat aan een iemand anders geeft.
Gevaar! Houd kleine kinderen tijdens de montage uit de
buurt. Tijdens de montage zouden kleine onderdelen
ingeslikt kunnen worden en er bestaat verstikkings-
gevaar door de polyzak.
Onderhouden en opbergen
GEVAAR VOOR LICHAMELIJK LETSEL!
Raak de ketting niet aan.
V
Na gebruik of bij werkonderbreking mes met
mesbescherming beveiligen.
Alle moeren en schroeven moeten stevig zijn
vastgedraaid, zodat een veilige gebruikstoestand
van het apparaat gewaarborgd is.
Accuveiligheid
BRANDGEVAAR!
De op te laden accu moet zich tijdens het opladen
op een niet-brandbare, hittebestendige en niet-
geleidende ondergrond bevinden. Houd bijtende,
brandbare en licht ontvlambare voorwerpen uit de
buurt van de accu lader en de accu. Dek de accu-
lader en de accu niet af tijdens het opladen. Bij rook-
ontwikkeling of brand moet de stekker van de accu-
lader direct uit het stopcontact worden getrokken.
Als oplaadapparaat mag alleen het bijgeleverde
GARDENA oplaadapparaat worden gebruikt.
Bij gebruik van andere oplaadapparaten kunnen de
accu’s vernield worden en kan er brand ontstaan.
EXPLOSIEGEVAAR!
V
Accu tegen hitte en vuur beschermen. Niet op
verwarmingselementen neerleggen of langere
tijd aan sterke zonbestraling blootstellen.
Acculader niet buiten gebruiken.
V
De acculader nooit aan water of vocht blootstellen.
Accu alleen in een omgevingstemperatuur tussen 0 °C
tot + 40 °C gebruiken.
Een accu die niet meer goed werkt, moet volgens de
voorschriften worden afgevoerd. Deze mag niet per
post worden verzonden. Wendt u zich voor meer details
tot uw plaatselijke afvalverwerkingsbedrijven.
Het laadsnoer moet regelmatig op tekenen van bescha-
diging en veroudering (scheurtjes) worden onderzocht
en mag alleen in perfecte staat worden gebruikt.
De meegeleverde acculader mag alleen worden
gebruikt voor het laden van de meegeleverde accu’s.
45
NL