Ketting vervangen:
w
a
h
p
1
g
s
A
ß
e
LET OP! Lichamelijk letsel!
Snijwonden door de ketting.
v
Gebruik veiligheidshandschoenen bij het vervangen van
de ketting.
Wanneer de zaagprestatie merkbaar minder wordt (ketting bot),
moet deze worden vervangen. De inbussleutel voor de
schroeven
p
bevindt zich in de veiligheidsafdekking
w
.
Alleen de originele GARDENA reserveketting en zwaard
art. 4048
of de reserveketting
art. 4049 mogen worden gebruikt.
1. Draai beide schroeven
p
eruit en verwijder de afdekplaat
a
.
2. Verwijder het zwaard
e
met de ketting
s
en maak de oude
ketting
s
los van het zwaard
e
.
3. Maak de motoreenheid
1
, het zwaard
e
en de afdekplaat
a
schoon. Let daarbij vooral op de rubberen afdichtingen in de
behuizing en in de afdekplaat
a
.
4. Leg de nieuwe ketting
s
om de voorste aanslag
ß
A
van het
zwaard
e
en
let daarbij op de looprichting van de ketting en
let erop dat de voorste aanslag naar boven wijst.
5. Zet het zwaard
e
zo op de motoreenheid
1
dat de bout
h
door
het zwaard
e
wordt geleid en de ketting
s
rond het drijfrondsel
g
is gelegd.
6. Plaats
a
de afdekplaat terug (let daarbij op de rubberen
afdichting) en draai de beide schroeven
p
niet te stevig aan.
7. Span de ketting.
Ketting spannen:
s
e
VERBRANDINGSGEVAAR!
Een te strak gespannen ketting kan leiden tot overbelasting van
de motor en tot beschadigingen, terwijl onvoldoende spanning
ervoor kan zorgen dat de ketting uit de geleider springt. Een
correct gespannen ketting biedt de beste zaageigenschappen,
een optimale looptijd van de accu en verlengt de levensduur.
Controleer de spanning daarom regelmatig, omdat de ketting-
lengte bij gebruik kan uitrekken (vooral wanneer de ketting nieuw
is; na de eerste montage moet de kettingspanning worden
gecontroleerd, wanneer de kettingzaag enkele minuten is
gebruikt).
v
Span de ketting echter niet direct na gebruik, maar wacht
totdat deze is afgekoeld.
j
1. Til de ketting
s
in het midden van het zwaard op van het
zwaard
e
. De spleet dient ca. 2 – 3 mm te zijn.
2. Draai de instelschroef
j
met de wijzers van de klok mee
wanneer de kettingspanning te laag is. Draai de instelschroef
j
tegen de wijzers van de klok in wanneer de kettingspanning te
hoog is.
3. Schroef de afdekplaat
a
vast.
4. Start het apparaat gedurende ca. 10 sec.
5. Controleer de kettingspanning opnieuw en stel af indien nodig.
51
NL