ONDERHOUD
Problemen oplossen
47
8. Plaats het reservoir weer op de pomp.
9. Herbevestig de toevoer- en afvoerleidingen.
• Steek de regelklep volledig in de persleiding en zorg
ervoor dat de O-ring en de persleiding geen vuil
bevatten.
• Steek de regelklep in de afvoeropening van de pomp
en draai ze een kwartslag met de hand.
• Controleer of de regelklep stevig is bevestigd.
10. Test de werking van het systeem.
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaken
Corrigerende maatregel
De pomp schakelt niet
in wanneer het reser
-
voir gevuld is met con
-
denswater.
De pomp staat niet onder
spanning.
Sluit de pomp aan op een circuit dat is uitgerust met een aardlekschakelaar.
De stroomonderbreker staat
uit of de zekering werd verwij
-
derd.
Zet de stroomonderbreker aan of vervang de zekering.
Ophoping van vuil of opeenho
-
ping op vlotter.
Schone vlotter; een vuile vlotter is vaak te zwaar om naar behoren te werken.
De beweging van de vlotter
wordt belemmerd.
Verwijder het reservoir. Controleer het pad van de vlotter. Verwijder vuil of
obstructies.
Defecte schakelaar.
Vervang de pomp.
Defecte motor.
Vervang de pomp.
Het reservoir loopt
over met condens.
De pomp staat niet onder
spanning.
Sluit de pomp aan op een circuit dat is uitgerust met een aardlekschakelaar.
De vloeistofinstroom komt
overeen met of overschrijdt de
uitvoercapaciteit van de pomp.
Grotere pomp vereist.
In dit geval zou de hoogniveauschakelaar de wisselstroomunit moeten uit
-
schakelen of een alarm moeten laten weerklinken als ze op correcte wijze in
het circuit is aangesloten. Controleer of de hoogniveauschakelaar van de
pomp is aangesloten op de wisselstroomunit (of het alarmcircuit) en of de
kabels zijn aangesloten op de juiste schakelaarklemmen voor de toepassing.
De pomp staat niet waterpas.
Controleer of de pomp waterpas staat. Als de pomp niet waterpas staat,
schakelt ze mogelijk niet in, waardoor er water uit het reservoir stroomt.
Plaats de pomp op een vlak en horizontaal oppervlak.
Ophoping van vuil of opeenho
-
ping op vlotter.
Schone vlotter. Een vuile vlotter is vaak te zwaar om naar behoren te wer
-
ken.
De regelklep is geblokkeerd of
verstopt.
Verwijder de regelklep en inspecteer of ze naar behoren werkt.
Uitgangsstroom is geblok
-
keerd.
Controleer of de afvoerslang niet geknakt of geblokkeerd is. Haal alle slijm en
vuil uit de geblokkeerde slang. Reinig de inlaat- en uitlaatleidingen.
De pompwaaier draait niet.
Verwijder eventuele verstoppingen uit de waaierbehuizing.
Defecte schakelaar.
Vervang de pomp.
Defecte motor.
Vervang de pomp.
De pomp schakelt niet
uit.
De beweging van de vlotter
wordt belemmerd.
Verwijder het reservoir. Controleer het pad van de vlotter. Verwijder vuil of
obstructies.
De vloeistofinstroom komt
overeen met of overschrijdt de
uitvoercapaciteit van de pomp.
Grotere pomp vereist.
In dit geval zou de hoogniveauschakelaar de wisselstroomunit moeten uit
-
schakelen of een alarm moeten laten weerklinken als ze op correcte wijze in
het circuit is aangesloten. Controleer of de hoogniveauschakelaar van de
pomp is aangesloten op de wisselstroomunit (of het alarmcir
-
cuit) en of de
kabels zijn aangesloten op de juiste schakelaarklemmen voor de toepassing.
Defecte schakelaar.
Vervang de pomp.
De pomp werkt, maar
voert geen vloeistof af.
De regelklep is geblokkeerd of
verstopt.
Verwijder de regelklep en inspecteer of ze naar behoren werkt.
Opvoer te hoog voor pomp.
Controleer het nominale vermogen van de pomp.
De waaierinlaat is verstopt.
Verwijder de pomp en reinig ze.
Uitgangsstroom is geblok
-
keerd.
Controleer of de afvoerslang niet geknakt of geblokkeerd is. Haal alle slijm en
vuil uit de geblokkeerde slang. Reinig de inlaat en uitlaatleidingen.