VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Voordat u aan de slag gaat
42
Risico op ernstig letsel of overlijden wegens elektrische schokken.
•
Om het risico op elektrische schokken te verminderen, moet u de stroomtoevoer uitschakelen voordat u aan of rond het systeem
werkt. Er is mogelijk meer dan één hoofdschakelaar nodig om de apparatuur spanningsloos te maken alvorens ze te onderhou
-
den.
•
Bedraad het pompsysteem voor een correcte spanning.
•
Zorg ervoor dat deze pomp is aangesloten op een circuit dat is uitgerust met een aardlekschakelaar als dit wettelijk is vereist.
•
Test de stopcontacten met een digitale multimeter om te controleren of de voedings, nul en aarddraden correct zijn aangesloten.
Indien dat niet het geval is, moet een erkende elektricien het probleem verhelpen.
•
Sommige pompen worden geleverd met een aardleiding en een geaarde stekker. Om het risico op elektrische schokken te ver
-
minderen, moet u ervoor zorgen dat deze uitsluitend in een correct geaard stopcontact wordt gestoken. Verwijder nooit de aar
-
dingspen uit de stekker. De aardingspen dient om de pomp te aarden en eventuele elektrische schokken te helpen voorkomen.
•
Sommige pompen worden geleverd met looddraden en dienen te worden bedraad met behulp van een aansluitdoos of een
andere goedgekeurde behuizing. De pompen zijn uitgerust met een aardingsaansluiting. Om het risico op elektrische schokken te
verminderen, moet u controleren of ze correct is aangesloten op de aarding.
•
Bij een bedradingsinstallatie van 230 V gelijkstroom, staat een kant van de leiding die naar de pomp loopt constant onder span
-
ning, los van het feit of de vloeistofniveauregelschakelaar open of gesloten is. Om de veiligheid te waarborgen tijdens de installa
-
tie of het onderhoud, moet u een dubbelpolige veiligheidsschakelaar in de buurt van de pompinstallatie installeren.
•
Het flexibele mantelsnoer dat aan de pomp is bevestigd, mag op geen enkele manier worden gewijzigd, met uitzondering van
het inkorten van het snoer om in een bedieningspaneel te passen. Alle aftakkingen tussen de pomp en het bedieningspaneel
moeten in een aansluitdoos gebeuren en voldoen aan de National Electrical Code (NEC).
•
Raadpleeg voorafgaand aan de installatie de lokale elektrische en bouwvoorschriften. De installatie moet in overeenstemming
zijn met deze regels en met de meest recente National Electrical Code (NEC) en de Occupational Safety and Health Act (OSHA).
•
Gebruik het netsnoer niet om de pomp op te tillen.
•
Gebruik geen verlengkabel.
•
De pomp dient uitsluitend te worden gebruikt met vloeistoffen die compatibel zijn met het materiaal van de pomponderdelen.
Als de pomp wordt gebruikt met vloeistoffen die niet compatibel zijn met de pomponderdelen, kan de vloeistof het elektrisch
isolatiesysteem beschadigen, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
Risico op lichamelijk letsel, elektrische schokken of
apparatuurschade.
•
Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door kinderen of personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten, noch door personen met een gebrek aan ervaring en expertise, tenzij ze onder toezicht staan of worden geïnstru
-
eerd. Kinderen mogen de apparatuur niet gebruiken en evenmin met de pomp of in de naaste omgeving van de pomp spelen.
•
De apparatuur kan automatisch worden ingeschakeld. Voer de lockout-tagout-procedure uit alvorens de apparatuur een onder
-
houdsbeurt te geven.
•
Een niet werkende of defecte pomp kan leiden tot overstroming, wat lichamelijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
•
Om deze apparatuur te bedienen, moet u de uitvoerige installatie- en bedieningsinstructies doornemen die in deze handleiding
worden verstrekt. Lees de volledige handleiding voordat u de apparatuur installeert en bedient. De eindgebruiker moet de hand
-
leiding ontvangen en bewaren voor toekomstig gebruik.
Risico op schade aan de pomp of andere apparatuur.
•
Voordat u de pomp installeert, moet u de airconditioner even laten draaien, waarbij condensaat in een aparte houder wordt verza
-
meld om eventuele residuoliën die in het systeem achterblijven weg te spoelen. Als het systeem niet wordt gespoeld, kunnen de
onderdelen van de pomp en de afvoerleiding beschadigd raken.
•
Wanneer u in de buurt van een gasoven werkt, moet ervoor worden gezorgd dat de zuurtegraad van het condensaat niet onder de
gemiddelde pH van 3,4 daalt (om te voorkomen dat een plaatselijke zuurophoping als een batterij zou fungeren en zo putcorrosie
veroorzaakt) door het reservoir routinematig te reinigen of te spoelen met schoon water.
•
De pomp en de leidingen moeten worden ondersteund tijdens de montage en installatie. Zo niet kunnen de leidingen kapotgaan,
kan er een pompstoring optreden, kunnen de motorlagers defecten vertonen, enz.
•
Installeer de pomp niet op een plaats waar ze wordt blootgesteld aan gespat of gesproei.
•
Inspecteer de pomp en systeemonderdelen op periodieke wijze. Controleer regelmatig of de slangen niet beschadigd of versleten
zijn om zeker te zijn van veilige aansluitingen.
•
Plan en verricht routineuze onderhoudsbeurten volgens de onderhoudsrubriek van deze handleiding.
•
De pomp is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
•
Gebruik deze pomp niet in luchtruimtes.