
15
• Indien je op onbekende wateren wilt varen, raadpleeg dan iemand die de omgeving goed kent voor mogelijke gevaren.
• Geef altijd je vertrektijd en –locatie, je route en je geschatte aankomsttijd door aan iemand op de oever.
• Navigeer niet in het donker of gevaarlijke situaties indien juiste navigatielichten niet zijn geïnstalleerd.
• Gebruik geen compressor om de boot op te blazen. Te hoge druk kan de naden en/of wand doen scheuren. Gebruik van
peddels of een motor hangt af van de omstandighden op zee. De kracht van de motor kan niet voldoende zijn om tegen
stromingen, smalle kanalen of in ondiep water te varen.
• Overschrijd het maximale vermogen niet! Een extreem krachtige motor kan voor gevaarlijke bewegingen en instabiliteit
zorgen, met onvoorspelbare consequenties.
• Rust je buitenboordmotor uit met een koord voor nooduitschakeling. Deze zal de motor uitschakelen als de bestuurder om
wat voor reden ook aan het koord trekt.
• Controleer regelmatig of de motor goed vast zit. Loszittende bouten kunnen het vaartuig onbestuurbaar maken, of zelfs
zorgen dat de motor losraakt!
NAVIGATIE WAARSCHUWINGEN
• Alle passagiers moeten zitten en zich met een of twee handen vasthouden. Ga niet op de drijvers zitten.
• Buitenboordmotoren zijn gevaarlijk. Ruw sturen kan tot ernstige verwondingen of zelfs de dood leiden. Gebruik nooit een
motor die niet voor die boot geschikt is. Blijf weg van zwemmers en zorg dat ze niet bij de achterkant van de boot kunnen
komen als de motor draait.
• Vermijd snel optrekken, anders kunnen mensen overboord vallen.
• Gewicht moet gelijk verdeeld zijn. Geef niet plots veel gas als je boot licht beladen is. Een slecht gecontroleerde boot kan
leiden tot stabiliteits- en manoeuvreerproblemen.
• Vermijd zandbanken en ondiep water of benader ze zeer voorzichtig.
• Mocht een van de drijvers lek raken, verschuif de lading dan naar de andere zijde. Probeer het lek te beperken met je hand
of hulpmiddel en vaar zo snel mogelijk naar de kant.
• Laat kinderen niet zonder supervisie in de boot varen.
• Neem altijd je peddels vastgeklikt mee aan boord.
AANMEREN
• Gebruik niet de motor bij aanmeren op een strand.
• Vermijd alle contact met scherpe objecten.
• Sleep de boot niet over stenen, zand, grind of geasfalteerd oppervlak.
• Til de boot te allen tijde.
• Dek de boot af wanneer je hem langere tijd uit het water in de zon laat liggen.
• Indien je de boot op het strand laat liggen, laat dan een deel in het water om te koelen en te hoge druk in de drijvers
te voorkomen.
• Het wordt afgeraden de boot te slepen, de voorste ring is bedoeld om aan te meren of een ankerlijn aan te bevestigen.
VOETPOMP
WAARSCHUWING:
• Gebruik geen compressor om de boot op te blazen. Overdruk kan ervoor zorgen dat de naden of wanden scheuren.
Gebruik de speciaal ontworpen pomp om de boot op te blazen.
• De voetpomp kan de benodigde druk leveren om de boot volledig op te blazen. Om op te blazen steek de slang in de
“uitgang” opening van de pomp. We raden sterk aan de voetpomp voor de veiligheid altijd aan boord te houden.
• Voordat je een lange trip onderneemt, blaas de boot 24 uur op om zeker te weten dat alle kamers volledig luchtdicht zijn.
OPGELET:
Controleer voor je aan boord stapt of de boot goed is opgepompt.