14
Starting the Engine for the First Time
The battery must be charged for 24 hours before use.
You will prolong the life of both battery and starter if you ensure that the starter is
not
engaged for more than
5 seconds at a time followed by a pause of 10 seconds before you make a fresh attempt to start the machine.
Erstes anlassen
Die Batterie muss 24 stunden vor Gebrauch aufgeladen werden.
Um die Lebensdaur des Anlassers und der Batterie zu verlängern, solite der Anlasser
nitch
länger als je 5 Sekun-
den in funktion sein. Bedarf es eines neuen Versuchs, solten jeweils 10 Sekunden Wartezeit eingeschaltet werden.
Premier démarrage
Il faut charger la batterie pendand 24 heures avant les mise en service.
Pour prolonger la durée d'existence du démarreur et de la batterie il
ne faut pas
que le démarreur fonctionne
pendant des périodes de plus de 5 secondes avec des pauses de 10 secondes entra chaque nouvelle tentative.
El primer arranque
Carga de bateria durante 24 horas antes del uso.
Para prolongar la vida til del arrancador y de la bateria, el arrancador
no debe
funcionar durante mas de 5
minutos y siempre con reposos de 10 segundos.
De eerste start
De accu dient 24 uren opgeladen te zijn alvorens gebruikt te kunnen worden.
Om de levensduur van starter en accu te veriengen dient de starter
niet
langer dan 5 seconden achtereen
en met een pauze van 10 seconden tussen elke poging gebruikt te worden.
Il primo avviamento
La batteria deve essere caricata per 24 ore prima dell'uso.
Per prolungare la durata dell' avviamento e della batteria, l’avviamento
non deve
essere in funzione piu di
5 secondi per volta. Se necessario, attendere almeno 10 secondi prima di riprovare.
Starting and Stopping
Place the mower on a flat surface. Note: not on gravel or similar.
Fill the tank with petrol,
not oil-blended
.
Do not fill with petrol
while the engine is running.
• To start a cold engine, push primer (3) times before trying to
start. Use a firm push. This step is not usually nec es sary
when starting an engine which has al ready run for a few
minutes.
• Keep the engine brake yoke in position “IN”. Turn ignition key
to “START”.
• To “STOP” engine, release engine brake yoke.
NOTE:
In cooler weather it may be nec es sary to repeat priming
steps. In warmer weather over priming may cause flooding and
engine will not start. If you do flood the engine wait a few minutes
before attempting to start and DO NOT repeat priming steps.
Start und Stopp
Stellen Sie den Rasenmäher auf ebenen Untergrund, Füllen Sie
den Kraftstofftank mit reinem Benzin,
(keine Benzin-Ölgemisch
verwenden)
. Nie bei laufen dem Motor Benzin nachfüllen.
• Um einen kalten Motor anzulassen, die Vorpumpe (3) Mal vor
Anlassen drücken; mit festem Griff drücken. Dieser Schritt ist
im allgemeinen nicht erforderlich, wenn ein Motor angelassen
wird, der vorher schon einge Minuten gelaufen hat.
• Motorbremsbügel eingedrückt halten. Den Zündschlüssel
auf “START” drehen.
• Der Motor wird durch Loslassen des Bedienungshebels
abgestellt.
HINWEIS:
Beikaltem Wetter müssen die Bedienungsschritte
für die Vorpumpe mögliicherweise wiederholt werden. Bei
warmem Wetter kann durch zu starke Betätigung der Vorpumpe
der Motor Uuberflutet werden, so daß der Motor infolgedessen
nicht anspringt. Solte der Motor überflutet sein, einige Minuten
warten, bevor Anlassen des Motors erneut versucht wird, und die
Bedienungsschritte für die Vorpumpe NICHT widerholen.
7
Veilig werken met handbediende grasmaaimachines
BELANGRIJK:
Deze maaimachine kan handen en voeten amputeren en voorwerpen wegslingeren. Het
niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
• Verander de instelling van de motorregelaar niet en
laat de motor niet met te hoge toeren draaien. Als de
motor met te hoog toerental draait, kan het risico van
lichamelijk letsel groter worden.
• Zet alle mes- en aandrijfkoppelingen in hun vrij voordat
u de machine start.
• Start de machine of de motor voorzichtig en volgens
de gebruiksaanwijzingen en houd uw voeten uit de
buurt van het mes.
• Til de grasmaaier niet op terwijl u deze start of de
motor ervan aanzet, tenzij de grasmaaier dient te
worden opgetild om deze te kunnen starten. Til de
ma chine in dit geval niet hoger op dan nodig en til
alleen het gedeelte op dat het verst van de bediener
is verwijderd.
• Zet de machine niet aan terwijl u voor de afvoer
staat.
• Steek uw handen of voeten nooit onder of in de buurt
van draaiende delen. Houd de afvoeropening altijd
vrij.
• Til de grasmaaier nooit op en draag deze nooit terwijl
de motor draait.
• Zet de machine uit en maak de bougiedraad los:
- voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een
verstopte afvoer leeg maakt;
- voordat u de maaimachine controleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
- nadat u een ongewenst voorwerp heeft geraakt.
Inspecteer de maaimachine op schade en voer
reparaties uit voordat u de machine weer start en
gebruikt;
- als de machine abnormaal begint te trillen (onmid-
dellijk controleren).
• Zet de machine uit:
- als u de grasmaaier achterlaat;
- voordat u brandstof bijvult.
• Minder gas tijdens het uitlopen van de motor, en als
de motor met een afsluitklep is uitgerust, moet u de
brandstoftoevoer aan het einde van het maaien afs-
luiten.
• Rijd langzaam als u een meeloopstoeltje gebruikt.
IV. Onderhoud en Opslag
• Houd alle moeren, bouten en schroeven goed vastge-
draaid zodat u er zeker van kunt zijn dat de machine
in een veilige bedrijfsstaat verkeert.
• Sla de machine nooit in een gebouw op, waar dampen
een open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich
ben zine in de tank bevindt.
• Laat de motor afkoelen voordat u hem in een besloten
ruimte opbergt.
• Beperk brandgevaar: houd de motor, geluiddemper,
accuruimte en benzine-opslagruimte vrij van gras,
bladeren of een overmaat aan smeervet.
• Controleer de opvangzak vaak op slijtage of verwer-
ing.
• Vervang versleten of beschadigde onderdelen om
veiligheidsredenen.
• Als de brandstoftank afgetapt moet worden, moet dit
buiten worden gedaan.
I. Training
• Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertrouwd
bent met de bedieningselementen en het juiste gebruik
van de ma chine.
• Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de
instructies, de maaimachine niet gebruiken. Het is
mogelijk dat plaatselijke voorschriften een beperking
stellen aan de leeftijd van de bestuurder.
• Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
• Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico’s die andere mensen of
hun eigendommen kunnen overkomen.
II. Voorbereiding
• Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en
een lange broek. Gebruik de ma chine niet blootsvoets
of terwijl u open sandalen draagt.
• Inspecteer de plek waar de machine zal worden ge-
bruikt, grondig en verwijder alle voorwerpen die door
de ma chine kunnen worden weggeslingerd.
• WAARSCHUWING - Benzine is licht ontvlambaar.
- Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat
doel zijn bestemd.
- Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit
van de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor
draait of heet is.
- Als benzine is gemorst, probeer de motor dan niet
te starten maar haal de machine van de plaats
vandaan waar u benzine heeft gemorst en zorg
dat u geen ontstekingsbron teweeg brengt totdat
de benzinedampen zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken
weer goed vast.
• Vervang defecte geluiddempers.
• Inspecteer vóór het gebruik altijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting niet versleten of beschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en
bouten in sets om het evenwicht in stand te houden.
• Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van één mes andere messen
kan doen draaien.
III. Bediening
• Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte
waar gevaarlijke koolmonoxydedampen zich kunnen
verzamelen.
• Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
• Ook om nat gras te maaien, waar mogelijk.
• Loop voorzichtig op hellingen.
• Loop normaal, ren niet.
• Maai met een grasmaaier met wielen altijd dwars op de
helling, nooit van boven naar onder of omgekeerd.
• Wees bijzonder voorzichtig als u op een helling van
richting verandert.
• Maai niet op erg steile hellingen.
• Wees bijzonder voorzichtig als u de grasmaaier naar
uzelf toe duwt of draait.
• Zet het mes uit als u de grasmaaier moet optillen om
deze over plaatsen zonder gras of van het ene naar
het volgende gazon te vervoeren.
• Werk niet met de grasmaaier als de beschermkap-
pen of veiligheidsmechanismen niet in orde of niet
aangebracht zijn (bijv. beschermkappen of grasvang-
mechanismen).