65
6 - REINIGING, ONTSMETTING EN DESINFECTIE
Voor en na ieder gebruik moeten het apparaat en de accessoires correct
gereinigd en gedesinfecteerd worden zoals hierna beschreven wordt.
Gebeurt dat niet, dan kunnen enkele micro-organismen in het apparaat
terechtkomen en een risico op infecties veroorzaken. Gebruik geen
alcohol of andere oplosmiddelen voor de reiniging van het hulpmiddel.
6.1. REINIGING Accessoires en Uitneembare Bovenkant (2):
6.1.1. WASSEN:
Was onderdelen 2-2G-3-4-5 in
lauw drinkwater met een neutraal afwasmiddel
(niet schurend), spoel ze vervolgens met
overvloedig stromend lauw drinkwater om de
resten reinigingsmiddel weg te nemen.
6.1.2. DROGEN:
6.1.2.a.
Na alle onderdelen gewassen en gespoeld
te hebben, moeten ze geschud worden om het
overtollige water te verwijderen en opnieuw
gemonteerd worden zoals beschreven
wordt in de volgende paragraaf
7. NIEUWE
MONTAGE VAN HET APPARAAT
. Om nu het
overtollige water te verwijderen dat in de
Vernevelingskop (2G)
terecht gekomen is,
drukt u op
Toets 1B
(afbeelding hiernaast)
en wacht u tot het apparaat ophoudt met
vernevelen. Schakel de eenheid vervolgens uit.
Deze handeling is heel belangrijk omdat het
voorkomt dat kalk in de microgaatjes van de
Vernevelingskop (2G)
terecht komt, wat de
correcte verneveling van het geneesmiddel in
de volgende therapeutische behandeling zou
kunnen compromitteren.
6.1.2.b.
Om het drogen van alle onderdelen te
vervolledigen, moeten ze in op een droge
plaats in de open lucht gelaten worden
(bijvoorbeeld niet in de badkamer), zoals de
afbeelding hiernaast toont.
LET OP
Reinig de
Vernevelingskop (2G)
niet
met gebruik van borsteltjes of andere
instrumenten, hierdoor kan op onherstelbare
wijze schade berokkend worden
2G
2
3
5
4
5
2
2G
3
4
PUSH
Summary of Contents for 8018294012724
Page 110: ...110 MEMO...
Page 111: ...111 MEMO...