14
NL
6. Voor inbedrijfstelling
De boormachine dient vast staand te worden
opgesteld, dwz. vastgeschroefd op een
werkbank of dgl. Voor dit doeleinde zijn er in de
grondplaat twee bevestigingsgaten (a) voorzien.
De benodigde schroeven zijn niet bij de levering
begrepen.
Let op: Bij het te hard aanhalen van de
schroeven kan de grondplaat breken.
Vergewis u zich voor het aansluiten van de
machine ervan dat de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet.
7. Montage
7.1. Kolom en kop van de machine monteren (fig. 1)
De opgegeven nummers van de onderdelen hebben
betrekking op de positienummers van de
wisselstukkenlijst resp. op de explosietekening en
fig. 1.
Vóór de montage alle onderdelen ontdoen van
eventuele vet- en olieresten.
1.
Grondplaat (1) op een effen vlak klaarleggen.
2.
De kolom (4) en houder (2) met de bijgeleverde
schroeven (3) bevestigen op de grondplaat (1).
3.
Boortafelhouder (8) met de boortafel (7) over de
kolom (4) schuiven.
4.
De kop van de machine (19) op de kolom (4)
plaatsen.
5.
Met de beide stifttappen (20) de kop van de
machine (19) bevestigen op de kolom.
6.
De drie handgrepen (16) in de voorschuifas (15)
draaien.
7.
De boorhouder (10) op de conus van de spil (13)
steken.
Let op: De conus van de boorhouder en de spil
grondig ontdoen van olie- en vetresten.
7.2. Spaanbeschermer (fig. 2)
Klemschroef (d) losdraaien.
Klemflens (c) over de boorspil schuiven.
Beschermer met transparante ruit naar voren
uitlijnen.
De spaanbeschermer kan met de beide
vleugelschroeven (f) traploos in de hoogte
worden versteld.
Om van boor te verwisselen dient de
spaanbeschermer omhoog te worden geklapt.
Alvorens de boormachine in te schakelen dient
de beschermer weer omlaag te worden geklapt.
8. Bediening
(fig. 3/4)
8.1. Toerentalafstelling
Let op: Het v-snaarhuis (45) is elektrisch
vergrendeld, dwz. het moet gesloten zijn alvorens de
kolomboormachine te kunnen inschakelen. De
verschillende toerentallen worden afgesteld door de
v-snaar te verplaatsen.
1.
Machine uitschakelen
2.
V-snaarhuis (45) openen
3.
Vleugelschroef (21) losdraaien en motor (33)
verschuiven in de richting van de spil
4.
V-snaar volgens het gewenste toerental
verplaatsen (zie fig. 4).
Let op: De v-snaar moet altijd horizontaal
draaien
5.
V-snaar spannen, dwz. de motorplaat (32) met
de motor (33) in tegengestelde richting van de
spil naar achteren duwen
6.
Als de v-snaar voldoende is aangespannen (v-
snaar kan tussen de v-snaarschijven nog ca. 1
cm omlaag worden gedrukt), de motorplaat (33)
met behulp van de vleugelschroef (21) in deze
stand fixeren
7.
V-snaarhuis opnieuw sluiten
8.2. Diepteafstelling (fig. 5)
De diepteaanslag en de schaal aan de kop van de
motor maken een nauwkeurige afstelling van de
boordiepte mogelijk.
Met de handgreep (16) het boorpunt lichtjes op
de bovenkant van het werkstuk drukken
De gewenste boordiepte met de afstelmoer (39)
en de wijzer (40) afstellen op de schaal aan het
huis van de machine (19).
Let op: Bij het afstellen van de boordiepte van
een cilindrische boring dient er ook rekening te
worden gehouden met de lengte van het
boorpunt.
8.3. Boortafel schuin stellen (fig. 6)
Om schuin te boren of bij schuin gesteld draagvlak
van het werkstuk kan de boortafel (7) worden
gekanteld:
Zeskante schroef (9) losdraaien
Boortafel (7) in de gewenste schuine stand
draaien.
De hoek kan worden afgelezen op de schaal van
de boortafelhouder (5).
Zeskante schroef (9) weer aanhalen
Anleitung SB 401-12 sprachig 07.11.2001 7:58 Uhr Seite 14