NL
- 85 -
5.2 Montage aandrijfstangenstelsel met ver-
bindingsstuk aandrijfstangenstelsel
(
fi
g. 7-10)
Open de greepschroef (pos. G) en schuif het aan-
drijfstangenstelsel (pos. 4) het verbindingsstuk
(pos. 5) in. Zorg ervoor dat de centreerhefboom
(pos. R) vastklikt in het geleideboorgat (pos.
H). Sluit de beschermkap (pos. N) en haal de
greepschroef aan. Voor de demontage draait u
de greepschroef los en opent u de beschermkap.
Druk op de centreerhefboom en trek tegelijkertijd
het aandrijfstangenstelsel het verbindingsstuk uit.
5.3 Montage van zwaard en zaagketting
(
fi
g. 11-16)
Vereist gereedschap: inbussleutel 5mm
Verwijder de kettingwielafdekking (pos. 13, pos.
O) door de bevestigingsschroef (pos. P) los te
draaien. De zaagketting (pos. 2) wordt, zoals in
de
fi
guur getoond, in de omlopende groef van het
zwaard (pos. 1) gelegd. Let op de oriëntatie van
de kettingtanden (
fi
g. 12). Leid de zaagketting
rond het kettingwiel (pos. S). Zorg ervoor dat de
tanden van de zaagketting naar behoren in het
kettingwiel grijpen. Leg het zwaard, zoals in
fi
g.
12 getoond, in de opname op de transmissie.
Het zwaard moet op de kettingspanbout (pos. L)
worden gehangen. Breng de kettingwielafdekking
aan.
Let op! Bevestigingsschroef pas na het afstellen
van de kettingspanning (zie punt 5.4) de
fi
nitief
vastschroeven.
5.4 Spannen van de zaagketting (
fi
g. 14-16)
Let op!
Voor controles en afstelwerkzaamheden
altijd de bougiestekker uittrekken.
Bevestigingsschroef (pos. P) voor kettingwielaf-
dekking met enkele slagen losdraaien (
fi
g. 13).
Kettingspanning afstellen m.b.v. de kettingspan-
schroef (
fi
g. 15, pos. M). Door draaien met de
wijzers van de klok mee (naar rechts) verhoogt
u de kettingspanning, door draaien tegen de
richting van de wijzers van de klok in (naar links)
verlaagt u de kettingspanning. De zaagketting is
correct gespannen als ze in het midden van het
zwaard ca. 2 mm kan worden opgeheven (
fi
g. 14).
Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
vastdraaien (
fi
g. 16).
Let op! Alle kettingschakels moeten naar behoren
in de geleidegroef van het zwaard liggen.
Aanwijzing omtrent het spannen van de ket-
ting:
De zaagketting dient omwille van de bedrijfsze-
kerheid en veiligheid altijd correct te zijn gespan-
nen. De zaagketting is optimaal gespannen als
ze in het midden van het zwaard ca.2 mm kan
worden opgeheven. Aangezien de zaagketting bij
het zagen warm wordt en bijgevolg van lengte ve-
randert, dient u de kettingspanning ten laatste om
de 10 minuten te controleren en, indien nodig, bij
te regelen. Dit geldt vooral voor nieuwe zaagket-
tingen. Ontspan de zaagketting aan het einde van
het werk omdat de ketting bij het afkoelen korter
wordt. Daardoor voorkomt u dat schade aan de
ketting wordt berokkend.
5.5 Montage extra handgreep
Breng de extra handgreep aan zoals getoond in
fi
g. 17-18.
6. Vóór inbedrijfstelling
Ga voor iedere ingebruikneming na of:
•
Het brandstofsysteem geen lekkage vertoont,
•
De bescherminrichtingen en de snijinrichting
in perfecte staat verkeren en volledig zijn,
•
Alle schroefverbindingen goed vast zitten,
•
Alle beweegbare onderdelen gemakkelijk be-
wegen.
6.1 Brandstof en olie
Aanbevolen brandsto
ff
en
Gebruik alleen een mengeling van loodvrije
benzine en speciale tweetaktmotorolie. Meng de
brandstofmengeling volgens de brandstofmeng-
tabel.
Let op: Gebruik geen brandstofmengeling die lan-
ger dan 90 dagen werd bewaard.
Let op: Gebruik geen tweetaktolie waarvoor een
mengverhouding van 100 tot 1 wordt aanbevolen.
Bij motorschade als gevolg van onvoldoende
smering vervalt de motorgarantie van de fa-
brikant. Let op: Gebruik voor het transport en
bewaren van brandstof alleen vaten die daarvoor
voorzien en toegelaten zijn.
Giet telkens de juiste hoeveelheid benzine en
tweetaktolie de bijgaande meng
fl
es in (zie opge-
drukte schaal). Schud daarna de
fl
es
fl
ink door.
Anl_BG_BC_2625_T_SPK7.indb 85
Anl_BG_BC_2625_T_SPK7.indb 85
07.12.12 10:21
07.12.12 10:21