NL
- 102 -
motor draait, dan veroorzaakt dit schade aan
het startsysteem.
•
Chokehendel (11) na het starten van de motor
weer terugschuiven.
6.1.2 Starten met de omkeerstarter
•
Benzinekraan (13) naar beneden opendraai-
en.
•
AAN/UIT-schakelaar (10) naar stand “ON”
brengen.
•
Chokehendel (11) naar stand I Ø I brengen.
•
Motor met de omkeerstarter (12) starten,
daarvoor flink aan de greep trekken. Mocht
de motor niet aanslaan, opnieuw flink aan de
greep trekken.
•
Chokehendel (11) na het starten van de motor
weer terugschuiven.
Let op!
Bij het starten met de trekkabelstarter kan u aan
de hand een verwonding oplopen door een plot-
selinge terugstoot veroorzaakt door de aanslaan-
de motor. Draag bij het starten veiligheidshand-
schoenen.
6.2 Belasten van de generator
•
Als u de omschakelaar (fig. 3, pos. 27) naar
links zet, kunt u de 230 V ~ stopcontacten
gebruiken. Let op! Hoewel in deze stand het
continuvermogen (S1) van 3200 W verdeeld
is op de 2 stopcontacten, mag u ook slechts
een stopcontact met 3200 W belasten. De
totale belasting van beide stopcontacten mag
kortstondig (S2) voor 5 minuten maximaal
3400 watt bedragen.
•
Wanneer u de omschakelaar (fig. 3, pos. 27)
naar rechts zet, dan is de 400V 3~ contact-
doos actief. Opgelet: deze contactdoos mag
continu (S1) met 3600W en kortstondig ge-
durende max. 2min. met 6500W (uit stilstand,
bij afgekoeld aggregaat) of max. 5min. met
4800W (bij bedrijfstemperatuur) worden be-
last.
•
De generator is geschikt voor materieel dat op
230 V~ en 400 V 3~ wisselspanning draait.
•
De generator niet aansluiten op een huis-
houdnet; daardoor kan schade aan de gene-
rator of aan ander elektrisch materieel in het
huis worden berokkend.
Aanwijzing:
Sommig elektrisch materieel (mo-
tordecoupeerzagen, boormachines enz.) kan een
groter stroomverbruik hebben als het onder ver-
zwaarde omstandigheden wordt ingezet.
Het is niet aan te raden sommig elektrisch mate-
rieel (b.v. tv-apparaten, computers enz.) op een
generator te laten draaien. Doe in geval van twijfel
een navraag bij de fabrikant van uw apparaat.
6.3 Beveiliging tegen overbelasting
De generator is voorzien van een beveiliging
tegen overbelasting. Die schakelt de respectieveli-
jke stopcontacten bij overbelasting uit.
Let op!
Mocht dit geval zich voordoen, verminder
dan het elektrische vermogen dat u aan de ge-
nerator onttrekt of verwijder aangesloten defecte
toestellen.
Let op!
Defecte overbelastingsschakelaars
mogen enkel worden vervangen door overbelas-
tingsschakelaars van hetzelfde type met dezelfde
vermogensgegevens. Wendt u zich daarvoor tot
uw klantenservice.
230V ~ stopcontacten:
Bij overbelasting worden de 230 V~ stopcontac-
ten (
fi
g. 3, pos. 3) uitgeschakeld. De inschakelen
van de overbelastingsschakelaar (
fi
g. 3, pos. 5)
kunnen de 230 V ~ stopcontacten opnieuw in ge-
bruik worden genomen.
400 V 3~ stopcontact:
Bij overbelasting wordt het 400V 3~ stopcontact
(
fi
g. 3, pos. 30) uitgeschakeld. De inschakelen
van de overbelastingsschakelaar (
fi
g. 3, pos. 6)
kan het 400 V 3~ stopcontact opnieuw in gebruik
worden genomen.
6.4 Motor afzetten
•
De generator kort onbelast laten draaien
voordat u hem afzet zodat het aggregaat kan
nakoelen.
•
De sleutel (fig. 1, pos. 10) in stand “OFF” bren-
gen.
•
Benzinekraan dichtdraaien.
7. Reiniging, onderhoud, opbergen
en bestellen van wisselstukken
Zet vóór alle reinigings- en onderhoudswerkzaam-
heden de motor af en trek de bougiesleutel van
de bougie af.
Aanwijzing!
Zet het toestel meteen af en wendt u
zich tot uw servicestation:
•
als er zich ongewone trillingen of geluiden
Anl_TC_PG_65_E5_SPK13.indb 102
Anl_TC_PG_65_E5_SPK13.indb 102
11.06.2021 11:20:04
11.06.2021 11:20:04