EINHELL 34.109.01, Operating Instructions Manual

Page: 171 / 277

NL
- 171 -
6.1 Algemeen
6.1.1 Schouderriem omdoen (afb. 27-28)
Opgelet! Draag altijd een schouderriem bij het
werken. Schakel het apparaat altijd uit, voordat
u de schouderriem losmaakt. Er bestaat verwon-
dingsgevaar.
1. Leg de schouderriem (pos. 17) over de
schouder.
2. Stel de lengte van de riem zo in, dat de riem-
houder zich op heuphoogte bevindt.
3. De schouderriem is uitgerust met een snel
openend mechanisme. Druk de haken samen
indien het noodzakelijk is om het apparaat
snel weg te leggen.
6.1.2 In-/Uitschakelen
Inschakelen (afb. 29)
•
Houd het apparaat met één hand vast aan de
handgreep (pos. 4) en met de tweede hand
aan de geleidehandgreep (pos. 16).
•
Druk op de schakelaarvergrendeling (pos. 3)
en vervolgens op de Aan/Uit-schakelaar (pos.
2).
Uitschakelen (afb. 29)
Aan/Uit-schakelaar (pos. 2) loslaten.
7. Werken
Gevaar! Werk alleen met een compleet gemon-
teerd apparaat.
Draag om verwondingen te vermijden altijd
werkhandschoenen en gebruik de meegeleverde
mesafdekkingen, wanneer u werkzaamheden
uitvoert aan het apparaat.
Controleer het apparaat vóór elke inbedrijfstelling
op:
•
foutloze toestand en volledigheid van de be-
scherminrichtingen en van het snijmechanis-
me,
•
vaste zitting van alle schroefverbindingen,
•
lichte loop van alle beweeglijke delen.
•
Neem nooit een duidelijk beschadigd ap-
paraat in bedrijf.
7.1 Werken met de accu trimmer/zeis
Leer u vóór de inzet van het apparaat alle werk-
technieken aan bij afgezette motor en zonder
accu. Maai met de snijdraad alleen droog gras.
Bij lang gras moet dit in stappen korter worden
gesneden (afb. 30).
Verlenging van de snijdraad (afb. 31)
Gevaar! Gebruik nooit metaaldraad of met kunst-
stof ommantelde metaaldraad in de draadspoel.
Dit kan leiden tot ernstige verwondingen van de
gebruiker.
De gazontrimmer bezit een deels automatisch
draadverlengingssysteem (tipautomatiek). Bij elke
activering van het deels automatische draadver-
lengingssysteem wordt de draad automatisch ver-
lengd, opdat u uw gazon altijd maait met de op-
timale snijbreedte. Om de snijdraad te verlengen
laat u de motor lopen en tikt u de draadspoel op
de grond. De draad wordt automatisch verlengd.
Het mes aan de beschermkap kort de draad in op
de toelaatbare lengte. Gelieve er rekening mee
te houden dat de slijtage van de draad door de
frequente activering van de automatiek om hem
te verlengen wordt verhoogd.
Aanwijzing: Wanneer uw machine voor de
eerste keer in bedrijf wordt genomen, dan wordt
het eventueel uitstekende, overtollige uiteinde
van de snijdraad ingekort door de kling van de
beschermkap. Als de draad bij de eerste inbedri-
jfstelling te kort is, druk dan op de knop aan de
draadspoel en trek de draad krachtig eruit. Bij de
eerste start wordt de snijdraad automatisch inge-
kort op optimale lengte.
Verwijder regelmatig met een borstel of iets der-
gelijks alle grasresten voorzichtig van de onder-
kant van de beschermkap.
Verschillende snijmethodes
Als het apparaat correct is gemonteerd, snijdt
het onkruid en hoog gras op moeilijk bereikbare
plaatsen, zoals bijv. langs afrasteringen, muren en
funderingen en rond bomen. Het kan eveneens
voor het ‘afmaaien’ worden gebruikt om vege-
tatie vlak boven de grond te verwijderen of een
bepaald gebied op te schikken voor een betere
voorbereiding van een tuin.
Opgelet: Ook bij zorgvuldige aanwending heeft
het snijden aan fundamenten, stenen of betonnen
muren een meer dan normale slijtage van de
draad tot gevolg.
Trimmen/Maaien
Zwenk de trimmer met sikkelachtige bewegingen
van de ene kant naar de andere. Houd de draad-
spoel steeds evenwijdig met de grond. Controleer
het terrein en leg de gewenste snijhoogte vast.
Leid en houd de draadspoel op de gewenste
hoogte met het oog op een gelijkmatig snijpatro-
on (afb. 32).
Anl_GE_LM_36_4in1_Li_SPK9.indb 171 20.11.2020 08:35:59