28
SCHOONMAKEN
Zie blz. 25, fig. 2
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat of een
onderdeel ervan wilt reinigen.
Uitwasbare filter (4)
Kijk regelmatig na of het filter vuil is, een vuil filter verminderd de effectiviteit en
mate van ontvochtiging.
Het filter kan worden schoongeveegd of afgespoeld.
Zorg ervoor dat u het filter droog terugplaatst.
Omkasting
Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek, die met een gewoon
huishoudreinigingsmiddel is bevochtigd. Gebruik nooit agressieve of bijtende
middelen die metaal of kunststof kunnen aantasten.
Ander onderhoud
Laat uw luchtontvochtiger eenmaal per jaar door een gecertificeerde vakman
controleren.
AFVOER (CONDENSWATER)
Via de gemonteerde afvoer (blz. 25, fig. 3) kan het condenswater worden
opgevangen of naar een afvoer(putje), worden geleid met een slang, die over de
gehele lengte afloopt en waarin geen knikken voorkomen.
Monteren van een vaste afvoer
• Bevestig een slang of leiding met de juiste diameter aan de afvoer van de
luchtontvochtiger.
• Plaats het andere uiteinde van deze slang of leiding zonder knikken of kronkels
in een afvoerkanaa.
• Deze slang of leiding moet geleidelijk aflopen van het aansluitpunt naar de
afvoer.
• Zorg ervoor dat het einde van deze afvoer NIET onder het waterniveau van het
afvoerkanaal loopt.
De afvoer is standaard aan de rechterkant gemonteerd. Voor een verandering van
de afvoer moet het achterpaneel worden losgeschroefd, die mag uitsluitend door
gekwalificeerde vakmensen worden gedaan. Let op dat bij het terugplaatsen alle
schroeven en ringetjes weer op de oorspronkelijke plaats worden aangebracht.
LET OP: Let er bij extreme koude en vorst op dat de afvoerkanaal niet kan bevriezen.
NL