1
4
3
2
7
6
5
NL 05
• Controleer het apparaat regelmatig op schade.
• Gebruik het apparaat niet als het stroomsnoer zichtbaar is beschadigd, als het apparaat
op de grond is gevallen of andere sporen van schade vertoont. In een dergelijk geval moet
u het apparaat door een deskundige laten inspecteren en eventueel laten repareren.• Laat
het apparaat nooit door kinderen gebruiken zonder toezicht. Kinderen zijn niet in staat de
gevaren te beoordelen die gepaard gaan met onjuist gebruik van elektrische apparaten.
• Kinderen in de buurt van het apparaat moeten altijd door een volwassene in de gaten
worden gehouden.
• Laat het apparaat nooit onbewaakt achter als het in gebruik is.
• Om oververhitting en storing te voorkomen, moet u de luchtinlaten van het apparaat
schoon houden en ervoor zorgen dat deze niet wordt geblokkeerd door stof of andere
deeltjes.
3) INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Eerste gebruik
Open de verpakking voorzichtig en haal het apparaat eruit. Controleer of het apparaat
volledig en onbeschadigd is. Mochten er onderdelen beschadigd zijn of ontbreken, neem
dan contact op met de verkoper en gebruik het product niet. Bewaar de verpakking of
recycle deze zoals voorgeschreven door lokale regelgeving.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het apparaat.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek. Raadpleeg het onderdeel 'Reiniging en
onderhoud’.
• Ga verder met de procedure in het onderdeel 'Gebruik van het apparaat'.
BEDIENINGSPANEEL:
AAN-/-UIT- en vernevel-toets
Led-indicatielampje
Led-indicatielampje vernevelaar
Toets VENTILATORSNELHEID
Led-indicatielampje voor lage
VENTILATORSNELHEID
Led-indicatielampje voor middelmatige
VENTILATORSNELHEID
Led-indicatielampje hoge
VENTILATORSNELHEID
1
5
2
3
6
4
7
Gebruik van het apparaat
Plaats het apparaat op een stevige en stabiele ondergrond, in een gebied met ten minste
50 cm vrije ruimte rondom het apparaat, waardoor een goede luchtcirculatie ontstaat.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van muren, gordijnen of andere voorwerpen die de
luchtinlaten en -uitlaat kunnen blokkeren, waardoor er een slechte luchtcirculatie ontstaat.
Bedieningspaneel
Modi
Aansluiten van het stroomsnoer
Sluit het stroomsnoer
12
aan op de voedingsingang
9
van het apparaat en sluit het