7
12.03
•
De dispenser moet overeenkomstig de
plaatselijke voorschriften aan de
waterleiding en de elektriciteit worden
aangesloten. Controleer, of de
netspanning overeenkomt met de
gegevens op het typeplaatje. De
dispenser dient op een aparte
zekeringgroep aangesloten te worden
(zie typeplaatje voor de waarde van de
zekering). De dispenser mag alleen
aangesloten worden op een geaard
stopcontact. De plaatselijk
voorschriften in acht nemen!
•
Wanneer de dispenser gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt
(bijv. ‘s nachts of in het weekend),
moet de waterkraan worden gesloten.
De hoofdschakelaar op "UIT" zetten.
De stroomvoorziening mag niet geheel
onderbroken worden, omdat dan de
koeling uitvalt.
•
De dispenser mag niet worden
ingeschakeld, wanneer de
watertoevoer geblokkeerd is, omdat de
boiler dan niet bijgevuld wordt.
•
Bij een regelmatige drankuitgifte moet
de dispenser ingeschakeld blijven, om
de optimale watertemperatuur in de
boiler te behouden.
•
Alleen originele onderdelen gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften
Wanneer de dispenser is
voorzien van warmhoudplaten,
dan mogen deze niet worden
aangeraakt. Er bestaat namelijk
gevaar voor brandwonden.
•
Alleen hittebestendige glazen kannen
op de warmhoudplaten zetten.
•
De installatie/programmering en
herstellingen aan de dispenser mogen
uitsluitend doorgevoerd worden door
servicetechnici, die met betrekking tot
de veiligheidstechnische en
hygiënische aspecten van de
dispenser geschoold werden.
•
De dispenser dient tijdens de werking,
de opslag en het transport tegen vorst
beschermd te worden.
- Om schade door vorst tijdens de
opslag en het transport te vermij-
den, moet de servicetechnicus voo-
raf het water volledig uit de boiler
laten afvloeien en resterend water
uit slangen en ventielen verwijderen.
- Het is aanbevelenswaardig om de
dispenser in de originele verpakking
op te slaan en te transporteren.
- Indien desondanks de mogelijkheid
op schade door vorst bestaat, moet
de servicetechnicus vóór een nieu-
we inbedrijfstelling van de dispenser
boiler, slangen en ventielen contro-
leren, eventueel uitwisselen en de
dispenser een functionele test on-
derwerpen.