325
Nederlands
5.4.3 Geïsoleerde flexie/
extensie
1. Realiseer de mechanische instellingen
voor de betreffende patiëntenmaten,
zoals beschreven onder punt 4.2.
2. Programmeer vervolgens de vaste posi-
ties voor de motors B (ab-/adductie) en C
(endo-/exorotatie) en de bewegingsuit-
slag voor motor A (flexie/extensie) zoals
beschreven staat in paragraaf 5.1, in deze
volgorde:
• Programmeer vervolgens voor de be-
wegingsrichting ab-/adductie (motor
B) de vaste positie waarin de flexie/
extensie moet worden uitgevoerd en
deactiveer dan de motor.
• Programmeer vervolgens voor de
bewegingsrichting endo-/exorotatie
(motor C), de vaste positie waarin de
flexie/extensie moet worden uitge-
voerd en deactiveer dan de motor.
• Programmeer tot slot de bewegings-
uitslag voor de flexie/extensie (motor
A).
3. Sla de gerealiseerde instellingen op met
behulp van de knop
STOP
, breng de slede
met behulp van de knop
START
in de
startpositie, en start de behandeling door
nogmaals op de knop
START
te drukken.
Tip!
• Voor de zuivere flexie/extensie
moeten de motors B voor de ab-/ad-
ductie en C voor de endo-/exorotatie
worden uitgeschakeld.
• Nadat u de bewegingsuitslagen hebt
geprogrammeerd, kunt u de overige
programmaopties zoals pauze, snel-
heid enz. programmeren.
• De vaste stopposities van de betref-
fende motors kunnen ook met een
gedeactiveerde motor nog worden
ingesteld.
5.4.4 Geïsoleerde elevatie
(flexie)
5.4.4.1 Voor een extensie/flexie
(elevatie) met gebogen
elleboog
1. Realiseer de mechanische instellingen
voor de betreffende patiëntenmaten,
zoals beschreven onder punt 4.2.
2. Programmeer motor A (flexie/extensie) in
de gewenste positie waarin de ‘Geïso-
leerde elevatie (flexie)’ moet worden
uitgevoerd, over het algemeen in 90°, en
deactiveer motor A.
3. Programmeer motor C (endo-/exoro-
tatie) in de gewenste positie die tijdens
de ‘Geïsoleerde elevatie (flexie)’ moet
worden aangehouden, over het algemeen
in 90°, en deactiveer motor C.
4. Programmeer de gewenste bewegings-
uitslag voor de ‘Geïsoleerde elevatie
(flexie)’ voor motor B (ab-/adductie).
5. Sla de gerealiseerde instellingen op met
behulp van de knop
STOP
, breng de slede
met behulp van de knop
START
in de
startpositie, en start de behandeling door
nogmaals op de knop
START
te drukken.
Tip!
• Voor de zuivere flexiebeweging
(elevatie) moeten de motors A voor
de flexie/extensie en C voor de endo-/
exorotatie worden uitgeschakeld.
• Nadat u de bewegingsuitslagen hebt
geprogrammeerd, kunt u de overige
programmaopties zoals pauze, snel-
heid enz. programmeren.
• De vaste stopposities van de betref-
fende motors kunnen ook met een
gedeactiveerde motor nog worden
ingesteld.
Summary of Contents for ARTROMOT S4
Page 344: ...342 ...
Page 345: ...343 ...