- 2 -
0DT829 2014-06-13
INHOUDSOPGAVE VAN DE ONDERWERPEN
Hoofdst. Onderwerp
............................................................................................................................
Pag
.
1.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
..................................................... 2
2. TECHNISCHE KENMERKEN
..................................................................................................... 3
3.
MECHANISCHE INSTALLATIE
3.1
Eerste controles ...................................................................................................................... 4
3.2
Bevestiging van de verticale stijlen ......................................................................................... 4
3.3
Montage van de dwarsbalk .................................................................................................... 4
3.4
Plaatsing van de dwarsbalk .................................................................................................... 4
3.5
Montage van het doek ............................................................................................................ 4
3.6
Montage van de tegenwichten ............................................................................................... 4
3.7
Montage van de noodontgrendelhendel (optioneel) ............................................................... 4
3.8
Installatie van de fotocellen ..................................................................................................... 4
3.9
Installatie van de veiligheidsbalk ............................................................................................. 4
4.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1
Elektrisch schakelpaneel ........................................................................................................ 5
4.2
Aansluitingen elektrisch schakelpaneel / motor / beveiligingen .............................................. 5
4.3
Veiligheidsfotocellen ............................................................................................................... 5
5.
ELEKTRONISCH BEDIENINGSPANEEL
5.1
49E - aansluitingen ................................................................................................................. 6
5.2
52E (inverter) - aansluitingen ................................................................................................ 10
6. PROGRAMMEERMENU
6.1
Installatiemenu ...................................................................................................................... 14
6.2
Geavanceerd menu .............................................................................................................. 15
6.3
Bedieningsmenu ................................................................................................................... 17
6.4
Meldingen op het display ...................................................................................................... 17
6.5
Vergrendeling ........................................................................................................................ 17
7.
INSTELLINGEN EN START
7.1
Controle van de bewegingsrichting ...................................................................................... 14
7.2
Regeling van de balk ............................................................................................................ 14
8.
OPSPOREN VAN STORINGEN
................................................................................................. 15
9.
ONDERHOUDSSCHEMA
......................................................................................................... 16
Deze installatiehandleiding is uitsluitend bedoeld voor
vakkundig competent personeel.
De installatie, de elektrische aansluitingen en de
afstellingen moeten uitgevoerd worden met inachtneming van
Goed Vakmanschap en de geldende voorschriften.
Lees de instructies aandacht voordat u begint met de
installatie van het product. Een onjuiste installatie kan een
bron van gevaar vormen. De verpakkingsmaterialen (kunststof,
polystyrol, enz.) mogen niet in het milieu worden achtergelaten
en moeten buiten bereik van kinderen worden gehouden
aangezien deze een mogelijke bron van gevaar kunnen zijn.
Controleer, voor de installatie, of het product intact is.
Installeer het product niet in een explosieve omgeving en
atmosfeer: aanwezigheid van gas of ontvlambare dampen
vormen een groot gevaar voor de veiligheid. Voordat u de
deur installeert, alle structurele wijzigingen met betrekking tot
een veilige doorgang en de bescherming of afscherming van
alle gebieden waar risico bestaat van beknelling, het afsnijden
of meesleuren van ledematen en gevaar in het algemeen.
Controleer of de bestaande structuur voldoet aan de
noodzakelijke vereisten voor stevigheid en stabiliteit. De
veiligheidsvoorzieningen (fotocellen, gevoelige randen,
noodstop, enz.) moeten geïnstalleerd worden rekening
houdend met: de geldende voorschriften en richtlijnen, de
criteria van Goed Vakmanschap, de installatie-omgeving, de
werkingslogica van het systeem en de krachten die ontwikkeld
worden door gemotoriseerde deuren of hekken.
De veiligheidsvoorzieningen moeten eventuele gebieden van
de deur beschermen waar risico op beknelling, het afsnijden
of afrukken van ledematen en gevaar in het algemeen
bestaat. Bevestig de waarschuwingen die door de geldende
voorschriften voorzien zijn om de gevaarlijke zones aan te
geven.
Bij elke installatie moet de indicatie van de identifcatiegegevens
van de deur zichtbaar blijven.
Voordat de elektrische voeding wordt aangesloten
moet u zich ervan verzekeren dat de gegevens op het
plaatje overeenkomen met die van het elektriciteitsnet.
Zorg op het voedingsnet voor een omnipolaire schakelaar/
scheidingsvoorziening met een opening tussen de contacten
van 3 mm of meer. Controleer of er bovenstrooms van de
elektrische installatie een geschikte differentieelschakelaar en
een beveiliging tegen overspanning. Sluit de deur aan op een
effectieve aardingsinstallatie uitgevoerd volgens de geldende
veiligheidsvoorschriften. De fabrikant van de deur wijst elke
aansprakelijkheid af als bestanddelen worden geïnstalleerd die
niet compatibel zijn wat veiligheid en goede werking betreft of als
wijzigingen van eender welke aard worden uitgevoerd zonder de
specifieke toesteming van de fabrikant zelf. Voor de eventuele
reparatie of vervanging van onderdelen mogen uitsluitend
orginele Entrematic Group AB vervangingsonderdelen gebruikt
worden. De installateur moet alle informatie verschaffen met
betrekking tot de automatische en handmatige werking en
de noodbediening van de gemotoriseerde deur of hek, en
de gebruiker van het systeem de gebruiksaanwijzing geven.
1. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
Alle rechten voorbehouden
Alle gegevens en specificaties werden met grote zorg opgesteld en gecontroleerd. De fabrikant is echter niet aansprakelijk voor
eventuele vergissingen, weglatingen of onvolledige gegevens te wijten aan technische redenen of redenen in verband met illustraties.
Optioneel accessoire
Safety Confort
C
Safety Top
T
Summary of Contents for TRAFFIC C
Page 24: ... 24 0DT829 2014 06 13 ...
Page 29: ... 29 0DT829 2016 04 01 EN ...