NEDERLANDS
96
5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP ACCU
a)
Herlaad alleen met de lader die wordt
vermeld door de fabrikant.
Een lader die
geschikt is voor een bepaalde soort accuset
kan leiden tot een brandrisico als deze lader
wordt gebruikt met een andere accuset.
b)
Gebruik elektrische werktuigen alleen met
speciaal daarvoor bestemde accusets.
Gebruik van een andere accuset kan een
risico op verwondingen en brand tot gevolg
hebben.
c)
Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere.
Het kortsluiten
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
d)
Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
af met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a)
Laat uw elektrische werktuig onderhouden
door een erkende onderhoudsmonteur die
alleen identieke vervangingsonderdelen
gebruik
t.
Hiermee wordt de veiligheid van
het elektrische werktuig gewaarborgd.
AANVULLENDE SPECIFIEKE
VEILIGHEIDSREGELS
Veiligheidsinstructies voor alle
werkzaamheden
a)
GEVAAR:
Houd handen uit de buurt
van de snijzone en het blad. Houd uw
tweede hand op de hulphendel of op de
motorbehuizing.
Indien beide handen de zaag
vasthouden, kunnen ze gesneden worden door
het blad.
b)
Reik niet onder het werkstuk.
De
bescherming kan u niet beschermen tegen het
blad onder het werkstuk.
c)
Stel de snijdiepte af op de dikte van het
werkstuk.
Er moet minder dan een volle tand
van de bladtanden zichtbaar zijn onder het
werkstuk.
d)
Houd nooit het te snijden stuk in uw handen
of tussen uw benen. Bevestig het werkstuk
op een stabiel platform.
Het is belangrijk om
het werk goed te ondersteunen om blootstelling
van het lichaam, het vastraken van het blad of
controleverlies tot een minimum te beperken.
e)
Houd het werktuig vast via de geïsoleerde
grijpoppervlakken als u een bewerking
uitvoert waarbij het snijgereedschap
verborgen bedrading kan raken.
Door
contact met een snoer onder spanning zullen
blootgestelde metalen onderdelen van het
werktuig ook onder spanning komen te staan en
de gebruiker elektrocuteren.
f)
Als u afscheurt, gebruik altijd een
langsgeleider of een geleiding met rechte
rand.
Dit verbetert de nauwkeurigheid van het
snijden en verlaagt het risico dat het blad klem
raakt.
g)
Gebruik altijd bladen met correcte
grootte en vorm (diamant versus rond)
van boomopeningen.
Bladen die niet
overeenstemmen met de montagehardware
van de zaag zullen excentrisch draaien met
controleverlies als gevolg.
h)
Gebruik nooit beschadigde of onjuiste
bladsluitringen of bout.
De bladsluitringen en
bout werden speciaal ontworpen voor uw zaag,
voor optimale prestaties en bedieningsveiligheid.
Oorzaken en voorkomen door de
gebruiker van terugslag
– Terugslag is een plotse reactie op een klem
geraakt of verkeerd gericht zaagblad, wat ertoe
leidt dat een niet-bestuurde zaag optilt uit het
werkstuk naar de bediener toe;
– Als het blad klem raakt of stevig vastzit doordat
de snede nauwer wordt, dan blokkeert het blad
en de motorreactie stuurt het werktuig snel
terug naar de bediener;
– Indien het blad gedraaid raakt of verkeerd
gericht in de snede, dan kunnen de tanden
aan het achtereinde van het blad in het
bovenoppervlak van het hout dringen waardoor
het blad uit de opening klimt en terugspringt
naar de bediener.
Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het
werktuig en/of verkeerde werkomstandigheden
en kan voorkomen worden door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
aangegeven.
a)
Behoud een stevige greep met beide
handen op de zaag en plaats uw armen
zo om de terugslagkrachten te weerstaan.