68
NL
• Werk niet met een beschadigd, onvol
-
ledig of zonder de toestemming van
de fabrikant omgebouwd apparaat.
Het gebruik van machines voor an
-
dere dan de voorziene toepassingen
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
• Werk niet met het apparaat als er een
risico is op blikseminslag. Gevaar
door elektrische schok.
Onderhoud en opslag:
• Zorg ervoor dat alle moeren, bouten
en schroeven vast aangedraaid zijn
en het apparaat zich in een veilige
arbeidstoestand bevindt. Tal van
ongevallen zijn te wijten aan slecht
onderhouden apparaten.
• Bewaar het apparaat nooit met ben
-
zine in de tank in een gebouw, waar
benzinedampen mogelijkerwijs met
open vuur of met vonken in aanraking
kunnen komen.
• Laat de motor afkoelen voordat u het
apparaat in gesloten lokalen wegzet.
Er bestaat brandgevaar.
• Om brandgevaar te vermijden, houdt
u motor, uitlaat en de zone rond de
brandstoftank vrij van gras, bladeren
of vrijkomend vet (olie).
• Controleer regelmatig de grasvang-
inrichting op slijtage of verlies van de
functionaliteit.
• Vervang versleten of beschadigde
onderdelen omwille van de veiligheid.
Vervang defecte geluiddempers.
• Indien de brandstoftank geledigd dient
te worden, dient dit in de open lucht te
gebeuren.
• Behandel uw apparaat met zorgzaam
-
heid. Houd het gereedschap scherp
en netjes om beter en veiliger te kun
-
nen werken. Leef de onderhoudsvoor
-
schriften na.
• Tracht niet, het apparaat zelf te repa
-
reren, tenzij u hiervoor een opleiding
genoten heeft. Al de werkzaamheden,
die niet in deze handleiding vermeld
worden, mogen uitsluitend door klan
-
tenserviceafdelingen, die door ons ge-
machtigd werden, uitgevoerd worden.
• Bewaar het apparaat op een droge
plaats en buiten het bereik van kinde
-
ren. Machines zijn gevaarlijk als ze door
onervaren personen gebruikt worden.
Ingebruikname
Opgepast! Gevaar voor verwon
-
dingen door roeterend mes. Voer
werkzaamheden aan het appa
-
raat uitsluitend bij een uitgescha
-
keld en stilstaand mes door.
Voordat u het apparaat start, moet u
- hoofdligger van de handgreep monteren,
- motorolie ingieten
- benzine ingieten
- eventueel de grasbak monteren;
- eventueel de snoeihoogte instellen
Hoofdligger van de handgreep
monteren
Zorg ervoor dat bij de mon
-
tage van de grijpstang de
bowdenkabel(s) (6) niet wordt
(worden) ingeklemd.
Onderste stangen monteren:
1. Verwijder de beide stergreep
-
schroeven (17) van de behuizing
van het apparaat (16).
2. Plaats de uiteinden van de
onderste stangen (5) tegen de
behuizing van het apparaat (16).
3. Schroef de beide onderste stan-
gen (5) met de stergreepschroe
-