WERKING:
De Centrale TEV van Daisalux:
– Beheert de communicatie tussen de regelcomputer en de apparaten van
het DaisaTest-systeem. De communicatie met de regelcomputer kan
geschieden via een RS232 of een ETHERNET-verbinding.
- Detecteert en informeert over de fouten in de hoofdbus (kortsluiting en
lekkages) d.m.v. de controlelampjes.
– Beheert de autonomie-testen en functionele testen die de autonome
verlichtingen dienen uit te voeren, zelfs wanneer de PC uitstaat of niet
aangesloten is.
– Beschikt over een AUX-ingang om een waarschuwing te geven (zie
opties in Daisatest) die geactiveerd wordt via een potentiaalvrij contact
bij het overschakelen naar een open circuit. Nuttig om aangesloten te
worden op een brandalarmpaneel.
– Voert de functies van de afstandsbediening uit: in stand-by zetten en
opnieuw starten. -Als de batterij-module MBAT 12-11 aangesloten is,
blijft hij zonder voeding functioneren (autonomie meer dan 1 uur).
– Beschikt over een TEST-BUS-knop om het aanzetten en controleren van
de bus mogelijk te maken.
Er bestaan 3 modellen:
– Centrale TEV-200: ondersteunt aansluiting van maximaal 200
apparaten op de bus.
– Centrale TEV-500: ondersteunt aansluiting van maximaal 500
apparaten op de bus.
– Centrale TEV-1000: ondersteunt aansluiting van maximaal 1000
apparaten op de bus.
DRUKKNOPPEN:
: Zorgt voor het opnieuw inschakelen van alle apparaten met batterij
die in stand-by zijn (inclusief de Centrale TEV). Dit opnieuw
inschakelen duurt tussen 8 en 15 seconden.
: Schakelt alle apparaten die zonder elektriciteitsnet zijn in stand-by
(inclusief de Centrale TEV).
TESTBUS
: Zet de centrale in de TEST-BUS mode, wat zorgt voor het
intermitteren van de waarschuwingslampjes van de
verlichtingen De TCA die correct is aangesloten op Bus
maakt het op deze manier mogelijk te controleren of de
bedrading van de bus juist is.
Om deze TEST-BUS mode te verlaten hoeft u alleen opnieuw
op TESTBUS te drukken of 12 uur te wachten, waarna de
Centrale terugkeert in de normale bedrijfsmode.
WAARSCHUWINGSLAMPJES:
: Aan geeft aan dat de Centrale is ingeschakeld (L, N).
: Aan geeft aan dat de module MBAT 12-11 juist is aangesloten.
BUS
: Aan geeft aan dat de Hoofdbus correct is.
Intermitterend geeft aan dat de Centrale in de TEST-BUS mode is.
: Uit: de centrale communiceert niet met het SoftDaisatest-
programma op de PC.
Intermitterend: de centrale dient op de PC aangesloten te worden
om te controleren of het nodig is om onderhoud aan de installatie
uit te voeren.
Aan: de centrale communiceert met het SoftDaisatest programma
op de PC en verzendt alle gegevens van de installatie.
: KORTSLUITING: geeft aan dat er kortsluiting is
opgetreden in de kabels van de Hoofdbus.
: LEKKAGES: geeft aan dat één of beide kabels van de
hoofdbus contact met de voeding L, N heeft gemaakt.
nl
[CENTRALTEV]
AANSLUITINGEN:
- L, N: 220-230V~ 50/60 Hz, of 110-127V~ 50/60Hz.
– BUS: Aansluiting op de Hoofdbus (BUS P) van de Daisatest-installatie
(zie Handleiding voor de Bedrading).
- AUX: Ingang voor potentiaalvrij contact.
- MBAT 12-11: Aansluiting op de MBAT 12-11-module (accessoire).
- RS-232: Aansluiting op een PC via de seriële poort.
-
ETHERNET: Aansluiting op een PC via het lokale netwerk
(automatisch detecterend 10/100Base-T).
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN:
- VOEDINGSSPANNING L, N: Aangegeven op het apparaat.
- INTENSITEIT CONSUMPTIE: Aangegeven op het apparaat.
- AFMETINGEN: 141 x 83 x 54 mm (gelijkwaardig aan 8 normale
stroomonderbrekers).
- Aansluiting op de regelcomputer OPTISCH GEÏSOLEERD van de
Hoofdbus.
- GEWICHT: 540 g
- AUTONOMIE: 1 u met de batterij-module MBAT 12-11 (accessoire).
Geschikt om te voldoen aan: EN 60598-1, EN 60598-2-22, EN 55014-1,
EN 61000-3-2, EN 61547, UNE-EN 62034
MONTAGE-INSTRUCTIES:
Monteer de Centrale TEV op een DIN 46277/3-rail. Hij dient te worden
geïnstalleerd in een elektriciteitskast en niet toegankelijk te zijn voor het
publiek. Voor de aansluitingen de kabel met ref.: BUS-TAM van Daisalux
gebruiken.
BEDRADING VOOR INSTALLATIE Daisatest:
Samen met de Centrale TEV wordt een RS232-kabel, een Ethernet-kabel
en een USB-stick met de benodigde software geleverd om de installatie
uit te voeren.
Volg de
HANDLEIDING VOOR DE BEDRADING
die als bijlage is
toegevoegd aan dit instructieblad en verzoek om de activering van
Daisatest aan Daisalux, waarbij wordt aangegeven hoe de ontvangen
elementen gebruikt dienen te worden.
ONDERHOUD EN VOORZORGSMAATREGELEN:
– Voor het aansluiten van de centrale controleren dat de spanning van
het elektriciteitsnet overeenkomt met de specificatie op de centrale zelf.
– Alle installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dienen
uitgevoerd te worden door gekwalificeerd personeel. Vóór het uitvoeren
van iedere onderhoudsactiviteit ervoor zorgen dat de centrale
losgekoppeld is van het ELECTRICITEITSNET.
– Bewaar deze handleiding.