4
Plaatsing en installatie
Installatie- en onderhoudshandleiding
25
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1444099_00 – 07/2018 – NL
X1M
L
N
COM
PE
1
2
3
PE
COM
3
2
N
1
L
Afb 34-35
Aansluiting warmtepomp buitenapparaat
INFORMATIE
Bij uitschakeling van het warmtepomp buitenapparaat via
een door het energiebedrijf voorgeschreven schakeling
wordt het binnenapparaat Daikin Altherma EHS(X/H) niet
uitgeschakeld.
4.7.6
Buitentemperatuursensor (optioneel)
aansluiten
Het warmtepomp buitenapparaat heeft een geïntegreerde buiten-
temperatuursensor die voor de door het weer geleide toevoertempe-
ratuurregeling met vorstbeschermingsfunctie wordt gebruikt. Met de
optionele buitentemperatuursensor kan de door het weer geleide
toevoertemperatuurregeling nog geoptimaliseerd worden.
▪ Montageplek ongeveer ter hoogte van een derde van de gebouw-
hoogte (minimum afstand van de grond: 2 m) aan de koudste kant
van het gebouw (noord of noordoost) kiezen. Hierbij de naburig-
heid van externe warmtebronnen (open haarden, luchtschachten)
en directe zoninstraling uitsluiten.
▪ Buitentemperatuursensor zodanig plaatsen dat de kabeluitgang
naar onderen wijst (voorkomt binnendringend vocht).
VOORZICHTIG
De evenwijdige ligging van sensor- en netkabel binnen een
installatiebuis kan aanzienlijke storingen van de regelwer-
king van de Daikin Altherma EHS(X/H) veroorzaken.
▪ De sensorkabel moet altijd apart worden gelegd.
1
Buitentemperatuursensor op een tweeaderige sensorkabel (mi-
nimum diameter
1 mm
2
) aansluiten.
2
Sensorkabel naar de Daikin Altherma EHS(X/H) leggen.
3
4
Sensorkabel op klemrail XTA1 aansluiten (zie
5
In de regeling RoCon+ HP parameter [Buitentemperatuursensor]
op „Aan“ zetten [→ hoofdmenu → configuratie → sensoren].
4.7.7
Extern schakelcontact
Door de aansluiting van een extern schakelcontact (
de bedrijfsmodus van de Daikin Altherma EHS(X/H) omgeschakeld
worden.
Door een veranderende weerstandswaarde wordt de actuele be-
drijfsmodus omgeschakeld (
). Het omschakelen van de be-
drijfsmodus werkt zolang het externe schakelcontact gesloten is.
De bedrijfsmodus werkt op het directe circuit van de Daikin Altherma
EHS(X/H) en op alle verdere verwarmingscircuits die oprioneel op dit
apparaat zijn aangesloten.
Als er speciale functies als bijv. "48h noodwerking" geactiveerd zijn,
wordt de ingang niet geanalyseerd.
Afb 34-36
Aansluiting EXT-schakelcontact
Modus
Weerstand RV
Tolerantie
Standby
< 680 Ω
± 5%
Verwarmen
1200 Ω
Nachtverlaging
1800 Ω
Zomer
2700 Ω
Automatisch 1
4700 Ω
Automatisch 2
8200 Ω
Tab. 34-6
Weerstandswaarden voor de analyse van het EXT-sig-
naal
INFORMATIE
Bij weerstandswaarden groter dan de waarde voor „Auto-
matisch 2“ wordt er geen rekening gehouden met de in-
gang.
INFORMATIE
Door de in de regeling RoCon+ HP geïntegreerde functie
[Verwarmingsondersteuning (HZU)] (zie bedrijfshandlei-
ding van de regeling) is het niet noodzakelijk om de EXT-
aansluiting met de aansluiting van het branderblokkerings-
contact van het zonnesysteem te verbinden.
4.7.8
Extern warmteverzoek (EBA)
Door aansluiting van het EBA-schakelcontact aan de Daikin Alther-
ma EHS(X/H) (
) en een navenante parametrering in de re-
geling RoCon+ HP kan via een extern schakelcontact een warmte-
verzoek worden geactiveerd. Als het schakelcontact wordt gesloten
schakelt de Daikin Altherma EHS(X/H) om naar verwarmingsbedrijf.
De toevoertemperatuur wordt op de temperatuur die in parameter
[Aanvoertemp. modus verwarmen] is ingesteld geregeld [→ hoofd-
menu → configuratie → verwarmen].
Het EBA-schakelcontact heeft de voorkeur voor een verzoek door de
ruimtethermostaat.
Bij koelwerking, standby, hand- en zomerwerking wordt het schakel-
contact niet geanalyseerd. Bovendien wordt er geen rekening ge-
houden met de verwarmingsgrenzen.
Afb 34-37
Aansluiting EBA-schakelcontact