NEDERLANDS
30
volledig bevredigend zijn.
5.
ONDERHOUD EN REINIGING
–
Reparaties op de motor of elektrische componenten mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door gespecialiseerd en erkend personeel.
–
Alle reparaties en onderhoudswerkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat het
apparaat is afgekoppeld van het elektrische voedingsnet.
–
In de meeste gevallen zijn eventuele storingen te wijten aan eenvoudige oorzaken, die u
meestal zelf kunt oplossen. Voor alle andere problemen gelieve contact op te nemen met
een erkend reparatiecentrum (volg de aanwijzingen in de tabel OPSPOREN EN
OPLOSSEN VAN STORINGEN).
5.1
Demontage van het opvoerstation.
–
Koppel het apparaat altijd af van het elektrische voedingsnet.
–
Sluit de stopklep van de stortbak. Verwijder zo veel mogelijk water uit de stortbak.
–
Maak de stijgleiding leeg.
–
Maak eventuele verbonden voedings- en afvoerleidingen los.
–
Verwijder de twee bevestigingsschroeven aan de onderkant.
–
Haal het apparaat weg via de inspectie-/onderhoudsopening.
–
Om het deksel van het systeem opnieuw te sluiten, wordt geadviseerd om de rubberen afdichting in te smeren
met vloeibare zeep of afwasmiddel.
Herstel de elektrische voeding pas weer nadat het systeem weer helemaal gemonteerd is.
6.
OPSPOREN EN OPLOSSEN VAN STORINGEN
STORINGEN CONTROLES
(mogelijke oorzaken)
OPLOSSINGEN
1.
Het systeem blokkeert
–
Het mes wordt geblokkeerd door een
vreemd voorwerp.
–
Het systeem heeft te lang gewerkt / de
thermische beveiliging heeft ingegrepen.
–
Neem contact op met een
erkende assistentiedienst voor
klanten.
2.
Het systeem start altijd
zelf.
–
De stortbak of de verbonden kleppen zijn
niet afgedicht.
–
De terugslagklep sluit niet volledig.
–
Vervang de afdichting van de
stortbak en van de kleppen.
–
Maak de terugslagklep
schoon of vervang hem.
3.
De motor functioneert,
naar het water daalt
langzaam.
–
Het filter is verstopt.
–
Het deksel van de ventilator is verstopt.
–
Demonteer het apparaat,
maak het filter schoon.
–
Maak het deksel van de
ventilator schoon.
4.
De motor functioneert
onafgebroken of pompt
lange tijd.
–
De pershoogte of -breedte is te groot, of er
zitten te veel bochten in de leidingen
waardoor drukverlies optreedt.
–
Pompbodem verstopt.
–
Controleer het systeem.
Neem anders contact op met
een erkende assistentiedienst
voor klanten.
5.
De motor start niet.
–
Het systeem is niet aangesloten op het
elektriciteitsnet.
–
De voedingskabel is defect.
–
De motor is beschadigd.
–
Sluit het systeem aan op het
elektriciteitsnet.
–
Neem contact op met een
erkende assistentiedienst voor
klanten.
–
Neem contact op met een
erkende assistentiedienst voor
klanten.
6.
Lawaai tijdens de
werking.
–
Vreemde voorwerpen in het systeem.
–
Koppel het apparaat af van de
stroom, demonteer het, maak
het open en verwijder de
vreemde voorwerpen.
7.
De motor zoemt alleen
en functioneert niet.
–
Condensator defect of motor beschadigd.
–
Neem contact op met een
erkende assistentiedienst voor
klanten.
8.
Het water komt binnen
op de doucheplaat.
–
De doucheplaat is te laag geïnstalleerd ten
opzichte van het opvoerstation.
–
Controleer de installatie.