17
•
Wanneer batterijen niet gebruikt worden,
moeten ze bij kamertemperatuur (ongeveer 20°C)
bewaard worden).
•
Verzeker dat de batterijcontacten tijdens opslag
niet per vergissing kortsluiten. Houd batterijen
zuiver; vreemde voorwerpen of vuil kunnen een
kortsluiting veroorzaken. Houd uit de buurt van
andere metalen objecten, bijvoorbeeld paperclips,
munten, sleutels, nagels en schroeven.
•
Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de batterij
spuiten. Deze vloeistof kan huidirritatie of
brandwonden veroorzaken. Vermijd contact met
de vloeistof. Indien u toch per vergissing met deze
vloeistof in aanraking komt moet u medische hulp
vragen.
•
NIET openen, demonteren, breken, boven 60°C
verwarmen of verbranden. Niet in vuur of
gelijkaardig verwijderen.
BESCHRIJVING
1
Inbousboorkophouder
2
Kraag
3
Werklicht LEDs
4
Motorventilatieopeningen
5
Voorwaarts/achterwaarts
schakelaar
6
Activeringschakelaar
7
Handgreep
8
Batterij
9
Batterijvrijgave
10
Batterijlader
11
Stekker
12
Groene LED
13
Rode LED
OPLADEN VAN DE BATTERIJ
De meegeleverde batterijlader
past bij de batterij die in het
toestel zit. Gebruik geen andere
laders.
De batterij dient voor het eerste gebruik te worden
geladen. Pas na meerdere malen laden en ontladen
wordt de maximale capaciteit van de batterij bereikt.
1) Sluit de lader (10) aan op een gepast
stopcontact.
2) Plaats het battery pack in de laderbasis (8), het
licht (13) zal rood zijn om aan te geven dat het
laadproces is gestart.
3) Na voltooiing van het opladen zal het licht
groen (12) worden. Het pack is nu volledig
opgeladen, trek de lader uit de stekker en neem
het battery pack er uit.
WAARSCHUWING: Als de
batterijlading leeg geraakt na
continu gebruik of blootstelling
aan rechtstreeks zonlicht of hitte,
laat de batterij dan afkoelen
vooraleer u deze heroplaadt om
een volledige lading te bereiken.
BATTERY PACK VERWIJDEREN OF
INSTALLEREN
Druk de knoppen aan weerszijden van het battery
pack in om het pack los te maken van uw werktuig.
Verwijder het battery pack van uw werktuig. Na het
opladen het battery pack in de batterijpoort steken.
Een eenvoudige druk en lichte druk zullen volstaan.
Het laadproces start zodra de stekker van de
batterijlader in het stopcontact wordt gestopt en het
toestel op de batterijlader is aangesloten.
De laadindicator van de batterij licht rood op om de
laadprocedure aan te geven.
- LI-ION BATTERIJ
Voordelen van Li-ion batterijen:
- Li-ion batterijen hebben een hogere
capaciteit/gewichtsverhouding (meer vermogen uit
een lichtere en meer compacte batterij)
- Geen geheugeneffect meer (capaciteitsverlies na
een aantal laad/ontlaadcycli) zoals bij
andere types batterijen (NiCD, NiMH).
- Beperkte zelfontlading
Vóór gebruik
Een batterij verwijderen
•
Om de batterij (8) uit de slagschroevendraaier te
verwijderen, drukt u op de batterijvrijgave (9), en
schuift u de batterij daarna van de handgreep (7)
af.
WAARSCHUWING: Probeer
NIET om de batterij te verwijderen
zonder de batterijvrijgaveknop in
te drukken. De boor of batterij zou
beschadigd kunnen worden.
Een batterij insteken
1.
Om een geladen batterij in te steken, schuift
u de batterij in de handgreep (7) van de
boor tot hij insluit en blokkeert u de batterij
in zijn positie.
Opmerking: Verzeker dat de batterij en de
slagschroevendraaier correct uitgelijnd zijn. Indien
de batterij niet gemakkelijk in de
slagschroevendraaier schuift, forceer dan niet.
Schuif in de plaats daarvan de batterij opnieuw uit
de slagschroevendraaier, controleer dat de top
van de batterij en de batterijgleuf van de
slagschroevendraaier zuiver en niet beschadigd
zijn, en dat de contacten niet gebogen zijn.
De batterijlader instellen
1.
Verwijder eventueel aangebrachte batterijen
uit de batterijlader (10).
2.
Steek de stekker (11) in een passend
stopcontact.