|
6
plAAtsIng
Duid de afstand tussen de beugels aan zoals weergegeven in de onder-
staande tabel en figuren. Duid vervolgens de boorgaten aan een maak
de steunen vast met bevestigingsschroeven die voor deze muur geschikt
zijn. Plaats de veervergrendeling in de bovenste positie, plaats de on-
derkant van de radiator op de beugels en duw vervolgens de bovenkant
van de radiator naar de muur toe totdat het bevestigingssysteem in de
beugels vastklikt. De behuizing van de thermostaat moet zich altijd on-
deraan bevinden, zo dicht mogelijk tegen de vloer. De afstand tussen de
radiator en de muur bedraagt voor alle modellen 50 mm.
A1 + A2
(1) Effectief vermogen: de radiator is voorzien van een elektronische
temperatuurbeveiliging waardoor de contacttemperatuur niet
te hoog kan oplopen. In dit geval wordt het verwarmingselement
van de radiator zo ingesteld dat het slechts gedurende 65 % van
de volledige verwarmingscyclus werkt. Op die manier wordt de
warmteafgifte beperkt tot 65 % van het nominale vermogen. Deze
waarde stemt overeen met het effectieve vermogen.
(2) Gemiddeld vermogen
A1
* Drie bevestigingssystemen
** De steun van dit model wordt asymmetrisch geplaatst om
voldoende ruimte voor de thermostaat te voorzien.
A2
De verticale radiatoren (H => 1500) worden geleverd met beveiligings-
riemen die tussen de radiatorbevestigingen en de muurbeugels worden
bevestigd. Radiatoren met een minimumhoogte van 1.500 mm zijn
voorzien van bevestigingen in het midden. Om de radiator vast te haken
en te installeren, brengt u alle bevestigingen op gelijke hoogte met de
plaatsingspositie (gebruik hiervoor de bijgeleverde haak) en duwt u ver-
volgens de radiator tegen de bevestigingen totdat u de veervergrende-
ling hoort vastklikken. Controleer of alle bevestigingen goed vastzitten.
B
Voor verticale radiatoren met een breedte van 400 mm zijn er optionele
handdoekdragers (HDH 400) verkrijgbaar. De HDH 400 bestaat uit twee
vaste dragers. De afstand tussen de bovenste en de onderste drager be-
draagt 27 cm. De afstand ‘h’ stelt ongeveer 10 cm voor.
AAnslUItsChemA
Raadpleeg het aansluitschema voor de aansluiting van de radiator. De
radiator is uitgerust met een temperatuurverlaging van 4°C via een
ingebouwde schakelaar of een externe regelaar. Het is van essentieel
belang dat u de fase- en neutraalgeleider juist aansluit. Alle radiatoren
hebben een isolatieklasse II en zijn beschermd tegen het binnendrin-
gen van water (IP 32). Hierdoor is er geen aarding nodig. De radiatoren
mogen uitsluitend in volume 3 (fig. D en E) worden geplaatst bij gebruik
in badkamers en andere binnenruimten. Dit toestel is voorzien van een
omnipolaire schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm.
Radiator
Bruin
Blauw
Zwart
Pilot wire
onderhoUd
Gebruik een gewoon vloeibaar reinigingsmiddel (bv. afwasmiddel).
Gebruik geen schuurmiddel aangezien de afwerking van de radiator
hierdoor beschadigd kan raken. Vlekken (zoals olie) kunnen gemakkelijk
worden verwijderd met een oplosmiddel zoals aceton. Verwijder krassen
in het oppervlak door het voorzichtig met dun schuurpapier te polijsten.
WAt Is een mInerAAlComposIet?
Dit is een materiaal dat is samengesteld uit gemalen mineralen die in
een gietvorm worden gegoten.
BedIenIng vAn het toestel
De radiator wordt ingeschakeld door de schakelaar met aanduidingen I
en O in de stand I te plaatsen.
De gewenste temperatuur instellen
• Stel de knop (fig. 4) in op CONF (comfort).
• Plaats een thermometer in de desbetreffende ruimte op een ruime
afstand van de radiator (op een meubel bijvoorbeeld).
• Draai de thermostaatknop (fig. 2) in de buurt van stand 4 (het
lampje brandt) in fig. 3.
• Houd uw thermometer in het oog totdat de gewenste temperatuur
bereikt is (19°C bijvoorbeeld). Zodra deze temperatuur is bereikt,
draait u de thermostaatknop voorzichtig naar links totdat het
lampje uitgaat en niet verder.
• Uw temperatuur is nu ingesteld.
Als u de thermostaatknop op * instelt, schakelt het toestel over op een
vorstvrije stand (ong. 7 °C).
InstAllAtIe zonder progrAmmAregelAAr
In dit geval moet u de regelkabel (zwarte kabel) niet gebruiken. Sluit
deze kabel binnen in de aansluitdoos af.
De omgevingsknop (fig. 4) moet worden ingesteld op CONF (comfort).
Als u deze knop op ECO instelt, bedraagt de kamertemperatuur zo’n 3 à
4 °C minder. Als u bijvoorbeeld de thermostaat hebt ingesteld op 19°C,
zal het zo’n 15 à 16 °C zijn. Deze functie is handig als u een lagere kamer-
temperatuur wilt instellen zonder dat u de thermostaat opnieuw moet
regelen. Om opnieuw een comfortabele temperatuur te hebben, moet u
enkel de knop weer op CONF instellen.
InstAllAtIe met progrAmmAregelAAr
Onze toestellen zijn uitgerust met een bijkomende ‘regelkabel’ (zwarte
kabel). Via deze kabel ontvangt het toestel elektrische commando’s van
een programmaregeleenheid (vraag advies aan uw elektricien).
Uw radiator is ontworpen voor zes verschillende commando’s:
1- Comfort – De temperatuur die u op uw thermostaat hebt ingesteld
(bijvoorbeeld 19 °C).
2- Vorstvrij – Vaste temperatuur van ongeveer 7 °C.
3- Stop – Het toestel staat in stand-by maar geeft geen warmte.
4- Lage temperatuur – Tussen 0 en 15 °C lager, naar eigen voorkeur.
5- Lage temperatuur – 2 °C lager
6- Lage temperatuur – 1 °C lager
Stel de knop (fig. 4) in op PROG (programma) en draai deze verder naar
rechts om de waarde van de automatische temperatuurverlaging in te
stellen (0-15 °C). Bijvoorbeeld ‘s nachts 4 °C lager.
hoofdfUnCtIes op de progrAmmAregelAAr:
U wilt de stand CONF voor een of meerdere radiatoren gebruiken. Stel
de knop (fig. 4) in op CONF*. U wilt een of meerdere radiatoren op een
lagere temperatuur instellen. Stel de knop (fig. 4) in op ECO*.
* In dit geval negeert de radiator de commando’s van de programma-
regelaar.
lAge en zeer lAge temperAtUUrfUnCtIes (fIg. 5)
Door een van deze functies te selecteren, wordt noch het vermogen van
uw toestel noch de door u ingestelde kamertemperatuur gewijzigd.
lage temperatuur (n)
De contacttemperatuur van de radiator stijgt bij een normale werking
niet boven 60 °C.
zeer lage temperatuur* (l)
De contacttemperatuur van de radiator stijgt bij een normale werking
niet boven 45 °C.
*Aanbevolen voor bv. de slaapkamer van kleine kinderen, kinderdagver-
blijven, kleuterklassen enz.
overIge
WAArsChUWIng – dek het verwarmingselement niet af om
oververhitting te vermijden.
‘Niet afdekken’ betekent dat de radiator niet gebruikt mag
worden voor het drogen van kledij, bijvoorbeeld door deze
rechtstreeks op de radiator te leggen. De radiator is voorzien
van een beschermingselement tegen oververhitting dat de stroomtoe-
voer onderbreekt als de radiator oververhit raakt. Het is niet mogelijk om
dit onderdeel te resetten. In geval van oververhitting zou de hele radiator
immers moeten worden vervangen.
Een beschadigde voedingskabel moet door de fabrikant, de dienst-na-
verkoop of gelijkwaardig gekwalificeerde personen worden vervangen
om risico’s te vermijden.
WAARSCHUWING: de radiator mag niet worden gebruikt als het paneel
beschadigd is.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door personen (ook kinderen)
met een fysieke, zintuiglijke of mentale beperking of personen met
gebrek aan ervaring of kennis, tenzij ze onder toezicht staan van of ge-
bruiksaanwijzingen voor het toestel kregen van een persoon die voor
hun veiligheid instaat. U dient erop toe te zien dat kinderen niet met
het toestel spelen.
Garantie
Dit toestel heeft een garantie van 10 jaar. De elektrische onderdelen
worden voor een garantieperiode van 2 jaar gedekt. Neem contact op
met uw leverancier bij problemen of herstellingen.
nB: de rAdIAtor mAg UItslUItend door een Bevoegde
elektrICIen Worden geplAAtst.
De radiator mag niet onder een stopcontact worden bevestigd. Als
de radiator in een bad- of douchekamer wordt geplaatst, moet deze
zo worden opgesteld dat het niet mogelijk is om vanuit het bad of de
douche de schakelaar of de thermostaat te bedienen.
INSTRUCTIES
VOOR PLAATSING EN GEBRUIk