46
Computerhandleiding 1123(A)
Wat u dient te weten voordat u begint met de oefeningen
A. Stroomvoorziening
Steek de adapter in het stopcontact en in het toestel, waarna de computer
een toon zal geven. Zet de computer vervolgens in Handbediening (‘Manual
mode’).
B. Selectie van programma’s en waarden ingeven
1. Gebruik de “+” of “-“-toets om de programmamodus te kiezen en druk
vervolgens OP de “E”-toets om uw trainingsmodus te bevestigen.
2. In Handbediening kan u de “+” of “-“ -toetsen gebruiken om de TIJD,
AFSTAND en de CALORIEËN in te geven voor uw training.
3. Druk op de START/STOP toets om uw training te starten.
4. Als u uw doel bereikt heeft, zal de computer een piepsignaal geven en
vervolgens stoppen.¬
5. Als u meer dan één doel ingeeft en u zou het volgende doel willen bereiken,
duw dan op de START/STOP toets om door te gaan.
Functies en eigenschappen:
1. START/STOP toets: Hiermee kan u de computer opstarten zonder een
programma te selecteren. TIJD begint automatisch van nul op te tellen.
Gebruik de “+” of “-“ -toetsen om aan te passen.
2. TIJD (“TIME”): Toont de verlopen trainingstijd in minuten en seconden. Uw
computer zal automatisch beginnen optellen van 0:00 tot 99:59 in intervallen
van één seconde. U kan ook uw computer instellen om af te tellen van een
ingegeven waarde door gebruik te maken van de “+” of “-“ –toetsen. Als u
doorgaat met trainen wanneer de tijd op 0:00 gekomen is, zal de computer
beginnen piepen en zal hij de ingegeven tijdspanne terug weergeven om u
aan te geven dat uw oefening afgerond is.
3. AFSTAND (‘DISTANCE’): Toont de aflegde afstand weer die tijdens elke
oefening werd afgelegd met een maximum van 99.9KM.
4. WATT: De hoeveelheid mechanische kracht dat de computer ontvangt
van uw oefening.
5. SNELHEID (‘SPEED’): Geeft de snelheid van uw oefening weer in KM
per uur.
6. CALORIEËN (‘CALORIES’): Uw computer zal de cumulatief verbrande
calorieën schatten op elk moment tijdens uw oefening.
7. HARTSLAG (‘PULSE’): Uw computer geeft tijdens uw oefening uw
hartslag weer in hartslagen per minuut.
8. LEEFTIJD (‘AGE’): Uw computer kan op basis van leeftijd geprogram-
meerd worden met een bereik van 10 tot 99 jaar. Als u geen leeftijd ingeeft,
is de standaardleeftijd 35 jaar.
9. DOEL-HARTSLAG (‘TARGET PULSE’): De hartslag dat u zou moeten
aanhouden heet uw ‘Doel-Hartslag’ in hartslagen per minuut.
10. HARTSLAGHERSTEL (‘PULSE RECOVERY’): Tijdens de startfase, houdt
u uw handen op de handvaten of houdt u de borstzender aan en drukt u op
de TEST-toets. Alle functieweergaven zullen stoppen behalve de “TIJD”.
“TIJD” zal beginnen tellen van 00:60 - 00:59 - - tot 00:00. Wanneer 00:00
bereikt is, zal de computer uw hartslagherstel beginnen weergeven met een
gradatie van F1.0 tot F6.0.
1.0 betekent OPPERBEST
1.0 < F < 2.0 betekent EXCELLENT
2.0
≤
F
≤
2.9 betekent GOED
3.0
≤
F
≤
3.9 betekent REDELIJK
4.0
≤
F
≤
5.9 betekent ONDER HET GEMIDDELDE
6.0 betekent SLECHT
Merk op: als er geen signaal wordt ingegeven, zal de computer “P” weer-
geven in het “PULSE”-raampje. Als de computer “ERR” weergeeft in het
boodschappenraampje, druk dan a.u.b. opnieuw op de TEST-toets en let
er op of u de handvaten goed vasthoudt.
Toetsenfuncties:
Er zijn 5 toetsen en hun functies zijnde volgende:
1. START/SToP toets:
a. Quick Start toetsfunctie: Daarmee start u de computer zonder een pro-
gramma te kiezen. Hierbij is enkel manuele bediening en oefening mogelijk.
Tijd begint automatisch op te tellen van nul
b. Druk tijdens de oefening op deze toets om de oefening te STOPPEN.
c. Druk tijdens de STOP modus op deze toets om de oefening te STARTEN.
d. Door deze toets langer dan twee seconden in te drukken, kan de gebruiker
al de ingegeven waarden wissen.
2. “+” -toets:
a. Druk op deze toets om de weerstand te verhogen tijdens de trainingmodus.
b. Tijdens het ingeven, drukt u op deze toets om de waarden te verhogen
van Tijd, Afstand en Calorieën, Leeftijd en selecteer Geslacht en Programma.
3. “-“ -toets:
a Druk op deze toets om de weerstand te verlagen tijdens de trainingmodus.
b. Tijdens het ingeven, drukt u op deze toets om de waarden te verlagen van
Tijd, Afstand en Calorieën, Leeftijd en selecteer Geslacht en Programma.
4. “E” -toets:
a. Tijdens het ingeven drukt u op deze toets om de huidige ingegeven data
te aanvaarden.
5. TEST -toets:
Druk op deze toets om de hartslagherstel-functie te activeren.
Invoeren van Programma’s en Werking:
Manueel Programmeren (‘Manual Program’): ‘Manual’
P1 is een manueel programma. De gebruiker kan beginnen trainen door op
de START/STOP toets te drukken. Het niveau van weerstandverlies is 9. De
gebruiker kan trainen op om het even welk weerstandsniveau (Veranderen
door “+” of “-“-toetsen te gebruiken) en voor om het even welke afstand,
calorieverbranding en afstand.
Summary of Contents for 1123
Page 3: ...3 Deutsch ...
Page 12: ...12 BENUTZER PROGRAMME HERZFREQUENZ PROGRAMMPROFILE ...
Page 67: ...67 Русский ...