159
NEDERLANDS
8. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
Oplossing
De robot schakelt niet in of begint niet
met schoonmaken.
De robot kan niet werken met een laag
batterijpercentage. Laat de robot opladen
voordat u hem opnieuw gebruikt.
De temperatuur van de kamer is lager dan
0 ºC of hoger dan 50 ºC. Gebruik de robot op
plaatsen waar de temperatuur binnen de
aangegeven waarden ligt.
De robot laadt niet op of kan niet terugkeren
naar het oplaadstation.
Er bevinden zich te veel obstakels in de
buurt van het oplaadstation. Verplaats
het oplaadstation naar een plaats zonder
obstakels.
Maak de oplaadpoorten schoon.
Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar aan
staat.
De robot is te ver verwijderd van het
oplaadstation, zet hem dichter en probeer
opnieuw.
Er is te weinig vrije ruimte rond het
oplaadstation of de oplaadpoorten zijn niet
schoon. Zorg ervoor dat de oplaadpoorten
schoon zijn.
De robot werkt niet correct.
Schakel de robot uit, zet de aan/uit-
schakelaar in de uit-positie en schakel de
robot opnieuw in.
Als de robot ingeschakeld is en niet in het
oplaadstation staat, drukt u op Back home
tot u een pieptoon hoort. Laat de knop
onmiddellijk los en druk nogmaals op de knop
totdat de robot spreekt. Dit is de manier om
de robot te resetten.
De robot maakt een raar geluid tijdens het
schoonmaken.
De centrale borstel, de zijdelingse borstels of
het wendbaar wieltje zijn verstrikt. Schakel de
robot uit en maak hem schoon.