![Cebora 3.300.285 Instruction Manual Download Page 67](http://html1.mh-extra.com/html/cebora/3-300-285/3-300-285_instruction-manual_2577478067.webp)
67
5- PrF (gasvoorstroomtijd).
Instelbereik 0 - 3 seconden.
6- Pof (gasnastroomtijd).
Instelbereik 0 - 30 seconden.
7- Acc (soft-start).
Instelbereik 0 - 100%.
Dit is de aanvoersnelheid van de draad, uitgedrukt als
percentage van de ingestelde draadaanvoersnelheid,
voordat de draad het werkstuk raakt.
Deze instelling is belangrijk met het oog op een goede
start.
Fabrieksinstelling «Au»: automatisch.
De waarde kan worden gewijzigd met de knop AN
. Als
u na het wijzigen van de waarde wilt teruggaan naar de
oorspronkelijke instellingen,
drukt u op de toets
AV
tot de
afkorting
«Au»
opnieuw op het display
AM
verschijnt.
8- BB (terugbrandtijd).
Instelbereik 4 - 250 msec. Bepaalt de lengte van de las-
draad die uit de contacttip komt na het lassen. Hoe hoger
de waarde, hoe meer de draad terugbrandt.
Fabrieksinstelling «
Au
» automatisch.
Als u na het wijzigen van de instelling wilt terugkeren naar
de oorspronkelijke instellingen, drukt u op de toets
AV
tot
de afkorting «
Au
» opnieuw op het display
N
verschijnt.
9- L (smoorspoelregeling).
Instelbereik
-9,9 - +9,9
.
Fabrieksinstelling
0
. Als het getal
negatief is, daalt de smoorspoelregeling en wordt de
boog harder; bij een hoger getal wordt de boog zachter.
10- dP (dubbele puls, optioneel)
Dit type van lassen wisselt af tussen twee niveaus van
stroomintensiteit en kan worden ingesteld in alle synergi-
sche processen. Vóór het instellen dient een korte las-
naad te worden gemaakt om de snelheid te bepalen die
het dichtst bij het lastype ligt dat u gaat gebruiken. Op
basis hiervan wordt de referentiesnelheid bepaald.
De functie kan als volgt worden ingeschakeld:
A)-
Schakel de functie in door aan de knop
AN
te draai-
en tot de afkorting
On
opnieuw op het display
AM
ver-
schijnt.
B)-
Draai aan de knop
AI
tot de afkorting
FdP
(dubbele-
pulsfrequentie) opnieuw op het display
AL
verschijnt. Het
display
AM
geeft de afkorting
OFF
weer.
Draai aan de knop
AN
om de werkfrequentie te kiezen
(instelbereik 0,5 - 5 Hz). De gekozen waarde wordt weer-
gegeven op het display
AM
.
C)
Draai aan de knop
AI
totdat de afkorting
ddP
(dubbe-
le-pulsverschil in m/min.) verschijnt.
Draai aan de knop
AN
om het aantal meter per minuut te
kiezen (instelbereik 0,1 - 3 m/min.) dat moet worden
opgeteld bij en afgetrokken van de referentiesnelheid
(standaard 1 m/min.).
D)
Draai aan de knop
AI
tot het display de afkorting
tdP
weergeeft. Dit is de duur van de hoogste draadsnelheid,
d.w.z. de hoogste lasstroom. Deze wordt uitgedrukt als
een percentage van de tijd die wordt gewonnen met de
frequentie
Fdp
(fig. 3).
Draai aan de knop
AN
om het percentage aan te passen.
Instelbereik 25 - 75% (standaard 50%).
E)-
Draai aan de knop
AI
tot het display de afkorting
AdP
(booglengte van de hoogste stroom) weergeeft.
Instelbereik -9,9 - +9,9% (standaard 0).
Controleer bij het lassen of de booglengte dezelfde is
voor beide stroomwaarden; draai indien nodig aan de
knop
AN
om dit te corrigeren.
Opmerking: lassen in de dubbel-pulsfuncties is mogelijk.
Om na het doorvoeren van deze aanpassingen terug te
keren naar het normale display van het bedieningspaneel,
drukt u kort op de toets
AE
.
Als een aanpassing van de booglengte van de laagste
lasstroom/laagste draadsnelheid nodig is, moet u de
booglengte van de referentiesnelheid aanpassen.
Wanneer de referentiesnelheid verandert, moeten ook de
vorige instellingen worden herhaald voor de nieuwe snel-
heid.
11- PP (push-pull).
Door de Push-Pull Art. 2003 toorts te installeren wordt de
functie PPF (Push Pull Force) geactiveerd waarmee de
sleepkoppel van de push pull motor afgesteld wordt om
de voortgang van de draad lineair te laten verlopen. De
afstelling vindt met behulp van de knop
AN
plaats en kan
variëren van 99 tot -99. De standaardafstelling is 0.
12- Ito. (time-out tornen).
Het doel is het lasapparaat te stoppen als de draad uit de
toorts komt zonder dat er stroomtoevoer is.
De draaduitvoer uit de lastoorts kan worden ingesteld van
5 tot 50 centimeter met de knop
AN
. Nadat de functie is
opgeroepen, kan ze worden ingeschakeld (
On
) of uitge-
schakeld (
Off
).
13 - qC (Kwaliteitscontrole).
De functie kwaliteitscontrole activeren.
Off
- Functie
gedeactiveerd.
On
- Functie geactiveerd. (Raadpleeg voor deze functie
de handleiding 3300239 voor de Artikelen: 224.04
en 405.00).
qCO
- (Controle kwaliteit output).
Selecteer het soort uitgang voor de kwaliteitscon-
trole verslagen:
ASC
- (ASCII) uitgang op seriële poort, uitsluitend
niet.geformatteerde tekst voor Windows
Hyperterminal.
PRN
- (Printer) uitgang op seriële poort voor printer Art.
405.
DdP=
0,1÷3 m/min
tdP
T
= 25÷75% di
T
Fdp
= 1/
(0,5÷5 Hz)
=
=
Fig. 3
R E F E R E N -
T I E S N E L -
HEID