-
steek de met de machine meegeleverde
inbussleutel van 5 mm in de inbusopening op
de lenshouder (foto 19)
-
draai de lenshouder met de sleutel totdat de
straal samenvalt met de zaaglijn van het
gereedschap (foto 20).
ZORG ERVOOR DAT TIJDENS DEZE
AFSTELLINGEN DE LASERSTRAAL NIET OP DE
OGEN VAN DE BEDIENER WORDT GERICHT
(FOTO 21)
LAAT ALTIJD EEN VEILIGE AFSTAND TUSSEN
DE OGEN VAN DE BEDIENER EN HET LAATSTE
STUKJE VAN DE LIJN (FOTO 21).
DE FABRIKANT IS NIET AANSPRAKELIJK
VOOR HET GEBRUIK VAN HET
LASERSYSTEEM VOOR ANDERE DAN DE
VOORGESCHREVEN EN BEDOELDE
DOELEINDEN.
REINIGEN
REINIG DE MACHINE NOOIT MET EEN
HOGEDRUKREINIGER.
Op de onderkant van de opvangkuip zit een dop.
Als u deze opent, kunt u het snijafval en –water
aftappen.
Reinig de sproeier regelmatig zoals
voorgeschreven (foto 22 en 23).
Reinig regelmatig de glijgeleiders (foto 24).
NL
15
11. Onderhoud
2
22
2
2
23
3
2
24
4
2
20
0
2
21
1
ATTENTIE !
ATTENTIE !
ATTENTIE !
ATTENTIE !