Busch-easycare
®
Aansluitingen en inbedrijfname
Technisch handboek 0073-1-8701
│
48
6.1.1
Uitgangsklemmen (5) 24 V DC / 6 A
De voeding met noodstroomvoorziening stelt een geregelde uitgangsspanning
van 24 V DC, max 6 A beschikbaar.
Bij overschrijding van een laststroom van ca. 6,8 A reduceert de uitgangsspan-
ning bij constante stroom afhankelijk van de weerstandswaarde van de aangeslo-
ten overbelasting.
De last op de klemmen ‘24 V’ en ‘0 V’ (twee keer aanwezig) aansluiten.
»
6.1.2
Melduitgangen (2) en led-displays (1)
De vijf meldklemmen 1 – 5 aan de 7-polige klem (2) geven met potentiaalvrije re-
laiscontacten de toestand van het apparaat aan. Deze contacten kunnen met
max. 30 V DC / 1 A belast worden.
Led brandt
Status
Status
uitgangsspanning
Geschakelde
contacten (NO)
Groen “24
V DC”
Netvoeding
+24 V DC
3 – 5
Geel ’Battery active’
Accuvoeding
+20 V
1)
– 24 V DC
3 – 4
Geel ’Battery active’
en rood ‘Battery low’
Accu leeg
-
3 – 2
Rood ‘Battery low’
(controle om de
15 min)
Accu defect
-
3 – 2
(controle om de
15 min)
Rood ‘Output Failure
Fuse F2’
Storing F2.
Uitgangszekering F2 is
verwijderd of defect
0 V
-
Tab.2 Melduitgangen en led-displays
1)
Bij een uitgangsspanning van ca. 20 V schakelt de voeding met noodstroom-
voorziening automatisch compleet uit (bescherming tegen diepontlading).