Busch-easycare
®
Aansluitingen en inbedrijfname
Technisch handboek 0073-1-8701
│
50
6.1.4 Inbedrijfname
1. Noodstroomfunctie aan de stuurklemmen x + y (3) vrijschakelen.
Aan de stuurklemmen ‘x’ en ‘y’ (3) wordt het apparaat voor de noodstroomvoe-
ding vrijgeschakeld.
Voor het vrijschakelen van de noodstroomfunctie de meegeleverde 7-polige
»
klem (2) samen met de inlegbrug (3) monteren of de stuurklemmen ‘x’ en ‘y’
door een potentiaalvrij maakcontact (NO) sluiten.
-
De noodstroomfunctie is vrijgeschakeld. Opmerking: De noodstroomfunctie
is echter pas klaar voor gebruik als de netspanning minimaal één keer was
ingeschakeld. De stroom door de inlegbrug bedraagt dan ca. 1 mA.
2. Netspanning inschakelen.
Als alle aansluitingen op de beschreven wijze zijn uitgevoerd en de noodstroom-
functie vrijgeschakeld is, schakelt u de netspanning in:
Netspanning
inschakelen.
»
-
24 V DC staat er op de uitgangen. De groene led ‘24 V DC’ (1)
brandt als er spanning op de uitgang staat.
-
De voeding met noodstroomvoorziening is in werking.
3. Functietest van de noodstroomfunctie.
Als de netspanning minimaal één keer geschakeld is, is de noodstroomfunctie
klaar voor gebruik. Voer een functietest door:
Netspanning
uitschakelen.
»
-
De aangesloten oproepinstallatie wordt gevoed door accu's totdat de net-
spanning ingeschakeld wordt of totdat de diepontladingsbescherming de vo-
eding uitschakelt.
-
De groene led ‘24 V DC’ (1) brandt.
Netspanning weer inschakelen.
»