50
51
BELANGRIJKE INFORMATIE
U wordt verzocht deze handleiding aandachtig door te lezen, voordat u uw Baby Monitor
gebruikt, en haar voor latere raadpleging te bewaren. De Baby Monitor is ontworpen als hul-
middel voor volwassenen en mag niet worden gebruikt in de plaats van een goed en verantwo-
ordelijk toezicht.
Verzeker u ervan dat de kindeenheid en de kabel van de adapter zich altijd buiten het bereik van het kind
bevinden (op minstens 1 meter afstand) (afbeelding 1)
Zet de kindeenheid nooit in het bedje, in de wieg of in de box (afbeelding 2)
Dek de Baby Monitor niet af (bijvoorbeeld met kleding, tafelkleden of dekens) (afbeelding 3)
Plaats en gebruik de Baby Monitor niet in vochtige ruimtes of in de buurt van water (afbeelding 4)
Als u naar het buitenland gaat, verzekert u zich ervan dat de spanning die op de adapter staat, ove-
reenkomt met de spanning van het plaatselijke elektriciteitsnet voordat u hem aansluit (afbeelding 5)
Om elektroshocks te voorkomen, opent u de bescherming van de kind- en de oudereenheid niet (met
uitzondering van het batterijenvakje) (afbeelding 6)
Als u de batterijen met een ander verkeerd type batterijen vervangt, houdt dit explosiegevaar in.
Gebruik voor de oudereenheid altijd oplaadbare batterijen (afbeelding 7a - 7b)
INSTALLATIE
1. DE KINDEENHEID INSTALLEREN
1.1 Voeding
De kindeenheid gebruikt zowel AA alkaline batterijen als wisselstroom (afbeelding 8-9)
Werking met aansluiting op het elektriciteitsnet
a) Steek de stroomkabel in de contrastekker op de zijkant van de kindeenheid (afbeelding 8a)
b) Sluit het andere uiteinde op het stopcontact aan (afbeelding 8b)
c) Als de eenheid op het elektriciteitsnet is aangesloten, de centrale nachtverlichting gaat 1 seconde
branden (afbeelding 8c)
d) Druk op de “ON-OFF” toets (afbeelding 8d). De leds “Power” en “link” gaan branden (afbeelding 8e)
WAARSCHUWING: gebruik alleen de bijgeleverde adapter.
Het gebruik van een verkeerde adapter kan de kindeenheid blijvend beschadigen.
Werking op batterijen
De kindeenheid kan ook op batterijen werken om hem ook te kunnen gebruiken als u zich ver van een
stopcontact bevindt, of als de stroom uitvalt (afbeelding 9)
a) Haal het deksel van het batterijenvakje en doe de 4 AA alkaline batterijen in de kindeenheid.
Doe het deksel er weer op. (afbeelding 9a -9b)
b) Het LED controlelampje voeding gaat branden de centrale nachtverlichting gaat 1 seconde branden
(afbeelding 9c)
c) Druk op de “ON-OFF” toets (afbeelding 9d). De leds “Power” en “link” gaan branden (afbeelding 9e)
OPMERKING 1:
het wordt aangeraden 4 alkaline batterijen van het type AA te gebruiken
2:
de kindeenheid werkt alleen op batterijen als ze van het elektriciteitsnet is gekoppeld
3:
Lege batterij: het LED controlelampje (Power) op de kindeenheid brandt ten teken
dat ze is ingeschakeld en het LED controlelampje (Power) op de oudereenheid
brandt met rood licht ten teken dat ze is aangesloten (afbeelding 9f)
4:
Schakel de kindeenheid uit, voordat u de eenheid van de voeding koppelt of de
batterijen verwijdert.
2. DE OUDEREENHEID INSTALLEREN
2.1 Voeding
De oudereenheid gebruikt twee oplaadbare batterijen van het type AAA (afbeelding 10)
Werking op batterijen
a) Haal het deksel van het batterijenvakje en doe 2 oplaadbare batterijen van het type AAA in de
oudereenheid. Doe het deksel er weer op. Verzeker u ervan dat u de batterijen in de oudereenheid
heeft gedaan (afbeelding 10a-10b-10c-10d-10e)
WAARSCHUWING: doe geen niet oplaadbare batterijen in de oudereenheid.
Gebruik uitsluitend 2 oplaadbare batterijen van het type AAA. Het gebruik van andere
soorten batterijen kan de eenheid blijvend beschadigen. (fig 7a-7b).
b) Doe de oplader van de oudereenheid in het stopcontact (afbeelding 11a-11b)
WAARSCHUWING: gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Het gebruik van een verke-
erde adapter kan de oplader blijvend beschadigen.
c) Doe de oudereenheid in de oplader (afbeelding 11c); Het controlelampje van de oplader gaat
ook branden als de batterijen helemaal opgeladen zijn (afbeelding 11d)
d) Druk op de “ON-OFF” toets (afbeelding 11e). De leds “Power” en “link” gaan branden (afbeelding 11f)
OPMERKING 1:
laad de oudereenheid minstens 8 uur op, voordat u de Baby Monitor voor het
eerst gebruikt (afbeelding 11g)
2:
als het controlelampje van de oplader uit is, moeten de batterijen erin worden
gedaan of worden vervangen.
3:
de batterijen moeten in de volgende gevallen worden opgeladen of vervangen:
• het LED controlelampje voeding gaat niet branden.
• Lege batterij: het LED controlelampje (Power) voeding knippert (afbeelding 11h)
4:
de oudereenheid kan ook worden gebruikt als ze wordt opgeladen.
5:
Schakel de oudereenheid uit, voordat u de batterijen verwijdert.
NEDERLANDS TAALIG
NL
NL
WAARSCHUWING:
Gebruik slechs oplaadbare batterijen. Voer de batterijen in in de aangeduide
positie. Verkeerd ingevoerde batterijen weken niet of kunnnen kortsluiting veroorzaken.
Wissel alle batterijen op het zelfde moment. Een lege batterij is voldoende om het apparaat onklaar
te maken, ook al zijn de andere batterijen nieuw en vol geladen. Gebruik batterijen van het zelfde
soort en merk. Gebruik de geleverde batterijen of batterijen van het zelfde type.
Het is met sterkte aanbevolen dat de oplading van gebruikte batterijen onder toezicht van een
volwassene gebeurt.
ISTRUZIONI DIGITAL BABY MONITOR 381:ISTRUZIONI DIGITAL BABY MONITOR 381 19-06-2008 10:19 Pagina 51