
18
Nederlands
4 Accu’s laden
De geadviseerde maximale oplaad-
capaciteit bedraagt
12 V:
100 Ah
24 V:
90 Ah
Normaal laden
1.
Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
2.
Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
3.
Accuklemmen op de juiste
polen van de accu vastklem-
men:
– rode klem op de pluspool
– zwarte klem op de minpool
Wanneer bij het aansluiten
van de oplaadklemmen
flinke vonken ontstaan, is de
accu niet met de juiste poling
aangesloten.
4.
Spanningskeuzeschakelaar (3)
op stand ”12 V” resp. ”24 V”
draaien.
5.
Stel keuzeschakelaar (2) in op
Normal
Keuzeschakelaar mag niet in
een andere stand staan!
6.
Stekker in het stopcontact ste-
ken.
7.
Hoofdschakelaar (4) inschake-
len.
8.
Oplaadstroom doorlopend con-
troleren op de ampèremeter (1).
Het opladen moet worden
beëindigd zodra de laad-
stroom constant blijft of gas-
vorming in de accu ontstaat.
Na voltooiing van het laden:
9.
Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
10. Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
11. Accuklemmen van de accu ver-
w
Ķ
deren.
Snel opladen
Snel opladen mag uitsluitend
gebeuren met een accu die
getest is en correct werkt.
Het gevaar bestaat dat de
accu wordt vernietigd door
overmatige oplading.
Daarom moet bij deze toepas-
sing het opladen voortdurend
worden gecontroleerd en
altijd beslist op tijd met de
hand worden gestopt!
Het snel opladen vindt plaats zoals
beschreven bij normaal opladen.
De keuzeschakelaar (2) wordt ech-
ter na het begin van het opladen
omgeschakeld naar
Rapid/Start
5 Gebruik als starthulp
1.
Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
2.
Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
3.
Accuklemmen op de juiste
polen van de accu vastklem-
men:
– rode klem op de pluspool
– zwarte klem op de minpool
Let erop dat de accuklemmen
goed en veilig vastzitten!
4.
Spanningskeuzeschakelaar (3)
instellen op stand ”12 V” of
”24 V”.
5.
Stel keuzeschakelaar (2) in op
Normal
6.
Stekker in het stopcontact ste-
ken.
7.
Hoofdschakelaar (4) inschake-
len.
Na 5 tot 10 minuten:
8.
Stel keuzeschakelaar (2) in op
Rapid/Start
Onmiddellijk na het inschake-
len stroomt de maximale
oplaadstroom.
Het oplaadapparaat mag daa-
rom pas vlak voor het starten
worden ingeschakeld en
moet onmiddellijk na het star-
ten weer worden uitgescha-
keld.
9.
Motor starten
De accu mag slechts gedu-
rende max. 1 minuut als start-
hulp worden gebruikt!
Daarna dient een afkoelings-
pauze van ca. 25 minuten te
worden aangehouden!
10. Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
11. Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
12. Accuklemmen van de accu ver-
w
Ķ
deren.
6 Technische
specificaties
Afmetingen l x b x h:
165 x 185 x 410 mm
Gewicht:
7 kg
Omgevingstemperatuur:
–10
°
C ... +40
°
C
Nominale netspanning:
230 V +6%/–10%
Nominale netfrequentie: 50...60 Hz
Opgenomen vermogen:ca. 1200 VA
Netsnoer:
1.5 mm
2
/ 1.8 m
Nominale accuspanning:
12/24 V
Laadstroom:
Normaal laden
12 V
14 A
arithm.
/ 20 A
eff.
24 V
7 A
arithm.
/ 10 A
eff.
Snel opladen
12 V
28 A
arithm.
/ 40 A
eff.
24 V
14 A
arithm.
/ 20 A
eff.
Starthulpstroom bij 1 V per cel:
12 V
100 A
arithm.
/ 120 A
eff.
24 V
70 A
arithm.
/ 80 A
eff.
Ampèremeter
0...
6
0 A
arithm.
Oplaadkarakteristiek:
W
Accukabels
6 mm
2
1,8 m lang
PVC-isolatie
Thermische schakelaar in de ver-
mogenstrafo
Isolatienorm (DIN 40050):
IP 21
Beschermklasse (DIN 40530):
II
Ontstoring volgens
VDE 0875
Ontstoring
Hierbij wordt verklaard dat de accu-
lader W 150 S in overeenstemming
met de bepalingen van de EN 55014
ontstoord is.