Nederlands–3
2 609 932 218 • (02.04) T
Let op de netspanning!
De spanning van de stroombron moet overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje. Met 230 V aan-
geduide machines kunnen ook worden gebruikt met
een spanning van 220 V.
In- en uitschakelen
Wanneer u de machine
in gebruik
wilt
nemen
, drukt
u de aan/uit-schakelaar
1
in.
Wanneer u de aan/uit-schakelaar
1
wilt
vastzetten
,
blokkeert u de schakelaar in ingedrukte toestand met
de vastzetknop
3
.
Wanneer u de machine wilt
uitschakelen
, laat u de
aan/uit-schakelaar
1
los of drukt u de schakelaar in en
laat u deze vervolgens los.
Traploze regeling aantal slagen
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar
1
voor een gering
aantal slagen. Door de druk op te voeren wordt het
aantal slagen verhoogd.
Keuze van het aantal slagen
Met het stelwieltje
2
kan het vereiste aantal slagen (ook
tijdens de werkzaamheden) worden ingesteld.
Het vereiste aantal slagen is afhankelijk van het mate-
riaal en de werkomstandigheiden en kan proefsgewijs
worden vastgesteld.
Spanenblaasvoorziening (PST 7500 PE)
Met de luchtstroom van de spanenblaasvoorziening
7
kan de zaaglijn vrij van spanen worden gehouden.
Spanenblaasvoorziening in:
Voor werkzaamheden in hout, kunst-
stof en vergelijkbare materialen met
grote spaanafname.
Spanenblaasvoorziening uit:
Bij werkzaamheden in metaal en ge-
bruik van koel- en smeervloeistof.
(Niet voor PST 430 E/6500 E)
Dankzij de in vier standen instelbare pendelbeweging
kunnen zaagsnelheid, zaagcapaciteit en zaagbeeld
optimaal worden aangepast aan het te bewerken ma-
teriaal.
De pendelbeweging kan met de instelhendel
6
worden
ingesteld (ook wanneer de machine in werking is).
Ga als volgt te werk:
–
Stel een kleinere pendelbeweging in wanneer de
zaagrand fijner en schoner moet worden, of scha-
kel deze eventueel uit.
–
Schakel de pendelbeweging uit bij de bewerking
van dunne materialen zoals metaalplaat.
–
Werk met een kleine pendelbeweging in harde
materialen zoals staal.
–
Werk met maximale pendelbeweging in zachte
materialen en bij zaagwerkzaamheden in de rich-
ting van de houtnerf.
De optimale instelling kan door proberen worden ge-
vonden.
PST 430 E/6500 E/600 PE/6500 PE/6800 PE
Draai de schroef
16
los en duw de voetplaat
5
iets in
de richting van het zaagblad. De voetplaat kan aan
beide zijden 45° worden gedraaid.
Zaaghoeken naar wens kunnen met een geodriehoek
17
nauwkeurig worden ingesteld.
Voor het instellen van een nauwkeurige verstekhoek
heeft de voetplaat een schaalverdeling
15
met klikpun-
ten in stappen van 15°. Duw de gedraaide voetplaat in
de richting van de uitblaasopening tot de voetplaat
vastklikt.
Draai de schroef
16
vervolgens weer vast.
PST 430 E/6500 E:
Let er bij het vastdraaien van de
schroef
16
op dat de rolgeleiding
9
tegen de zaagbla-
drug ligt.
PST 7500 PE
Draai de schroef
16
los en duw de voetplaat
5
iets in
de richting van uitblaasopening. De voetplaat kan aan
beide zijden 45° worden gedraaid.
Zaaghoeken naar wens kunnen met een geodriehoek
17
nauwkeurig worden ingesteld.
Voor het instellen van een nauwkeurige verstekhoek
heeft de voetplaat een schaalverdeling
15
met klikpun-
ten in stappen van 15°. Duw de gedraaide voetplaat in
de richting van het zaagblad tot de voetplaat vastklikt.
Draai de schroef
16
vervolgens weer vast.
Voor het zagen tot aan opstaande randen kan de voet-
plaat naar achteren worden verplaatst.
Draai de schroef
16
volledig naar buiten. Til de voet-
plaat omhoog en verplaats deze zo dat de schroef
16
met de houder
20
in de uitsparing
19
aan de voorzijde
van de voetplaat kan worden geplaatst en weer in het
boorgat met schroefdraad
18
kan worden gedraaid.
Voordat de schroef
16
wordt vastgedraaid, moet de
voetplaat naar achteren worden geduwd tot deze
vastklikt.
Ingebruikneming
Pendelbeweging instellen
Stand 0:
Geen pendelbeweging
Stand I:
Kleine pendelbeweging
Stand II:
Gemiddelde pendelbeweging
Stand III:
Grote pendelbeweging
Zaaghoek instellen
Voetplaat verstellen
C
D