9
Stomen in het systeem-stoomapparaat
De basis van het systeem-stoomapparaat vormt altijd de
ovenpan, het grote stoominzetstuk en het glazen deksel.
Voor grote hoeveelheden en voor het klaarmaken van rijst of
sauzen kunt u daarnaast het inhangrooster met de bakken
gebruiken.
Gebruik alleen de meegeleverde originele onderdelen.
Meer informatie over de bereiding met stoom vindt u in de
bijgevoegde brochure.
U kunt de ovenpan ook afzonderlijk gebruiken, bijvoorbeeld
voor het klaarmaken van grote ovenschotels.
Stomen
De oven mag tijdens de bereiding niet worden geopend.
Uitzondering: wanneer verschillende gerechten worden
gecombineerd waarvan de bereidingstijden erg uiteenlopen.
De bereidingstijd wordt bepaald door de grootte van het
product. Bij het tegelijkertijd garen van levensmiddelen met
verschillende bereidingstijden geldt:
■
Snijd het levensmiddel dat een langere bereidingstijd heeft in
kleinere stukken
■
Maak de bereidingstijd voor gevoelige levensmiddelen langer
door grotere stukken te garen
In principe wordt voor het stomen 500 ml water (geen
gedestilleerd water) gebruikt. Uitzondering: levensmiddelen die
opzwellen (bijv. aardappels) en ingrediënten met lange
bereidingstijden hebben volgens de bereidingstabel 750 ml
water nodig (zie de bereidingstabel of de bijgevoegde
brochure).
1.
Verwarm de oven 10 minuten voor bij 150 °C
onderwarmte
$
.
2.
Doe het water in de ovenpan.
3.
Leg het te bereiden product in het systeem-stoomapparaat.
4.
Plaats het glazen deksel zó dat het goed aansluit op de
ovenpan.
5.
Schuif het systeem-stoomapparaat in op hoogte 1.
:
Risico van verbranding!
Bij het openen van de oven kan hete stoom vrijkomen. Open
de oven na de bereiding voorzichtig.
6.
Neem het systeem-stoomapparaat na afloop van de
bereiding uit de oven. Gebruik hiervoor geschikte
pannenlappen.
7.
Zet het systeem-stoomapparaat neer. Niet op de ovendeur
plaatsen!
:
Risico van verbranding!
Wanneer het glazen deksel wordt opgetild komt hete stoom
vrij. Til het glazen deksel aan de achterkant op, zodat de hete
stoom van het lichaam af naar buiten gaat.
8.
Neem het glazen deksel af.
Na het stomen
1.
Laat de binnenruimte afkoelen.
2.
Maak de binnenruimte met helder water schoon.
3.
Wrijf de binnenruimte, achter de deurdichting en de
druppelgoot, tussen ovendeur en oven met een zachte doek
droog.
2YHQSDQ
*URRWVWRRPLQ]HWVWXN
,QVFKXLIUDLO
5LMVWHQVDXVVFKDDO
.OHLQVWRRPLQ]HWVWXN
*OD]HQGHNVHO