1 609 929 S09 | (15.10.08)
Bosch Power Tools
82
| Nederlands
– Draai het meetgereedschap zodanig 45°
dat het midden van de 0°-laserlijn door
punt
VI
verloopt.
Het kruispunt van de laserlijnen moet nog
steeds op punt
II
liggen.
– Markeer het midden van de 45°-laserlijn
op 5 m afstand als punt
VII
zo dicht moge-
lijk bij punt
I
.
– Het verschil
d
van de beide punten
VII
en
I
levert de feitelijke afwijking van de 0°-
laserlijn en de 45°-laserlijn op.
Op het meettraject van 4 x 5 m = 20 m be-
draagt de maximaal toegestane afwijking:
20 m x
±
0,4 mm/m* =
±
8 mm.
Het verschil
d
tussen de punten
I
en
VII
mag
daarom hoogstens 8 mm bedragen.
* De waarde
±
0,4 mm/m is het resultaat van
de hoeknauwkeurigheid
±
0,2 mm/m plus een
mogelijke onzekerheid bij het draaien van
0,2 mm/m.
Tips voor de werkzaamheden
f
Stel het meetgereedschap altijd vlak op
de vloer op resp. bevestig het vlak op de
muur.
De hoek is bij ongelijke opstelling
of bevestiging kleiner dan 45° resp. 90°.
f
Gebruik altijd alleen het midden van de
laserlijn voor het markeren.
De breedte
van de laserlijn verandert met de afstand.
f
Gebruik nooit de laserlijnen die het op
de grond staande meetgereedschap op
de muur werpt om het meetgereedschap
af te stellen.
Het meetgereedschap is niet
zelfwaterpassend. De lijn op de muur is
daardoor vervormd.
f
Het referentiepunt voor het richten van
de tegels is het snijpunt P van de laserlij-
nen vlak vóór het meetgereedschap.
Om een hoek over te brengen, moet het
meetgereedschap op dit snijpunt wor-
den gedraaid, die afbeelding F.
f
Plaats het meetgereedschap alleen op
een schone richtplaat 10.
Als het opper-
vlak van de richtplaat ongelijk of vuil is,
kan het meetgereedschap niet vlak staan.
Dit kan verkeerde meetresultaten tot
gevolg hebben.
Werkzaamheden met de richtplaat
(zie afbeeldingen D–E)
Met de richtplaat
10
kunt u het meetgereed-
schap ook op een ongelijke of losse onder-
grond recht opstellen.
De richtplaat
10
is ook geschikt als wandhou-
der voor het meetgereedschap. Bevestig de
richtplaat stevig op de muur of op een schuin
oppervlak, bijvoorbeeld met schroeven (in de
handel verkrijgbaar), zodat de plaat niet kan
wegglijden. Gebruik een waterpas om de richt-
plaat recht op het oppervlak aan te brengen.
Positioneren van het meetgereedschap op
de richtplaat:
Zet het meetgereedschap met
de magneten
4
aan de onderzijde op de richt-
plaat
10
. Het lijnenrooster aan de bovenzijde
van de richtplaat helpt bij de nauwkeurige po-
sitionering van het meetgereedschap. Voor
het overbrengen van hoeken van 90° of 45°
d
OBJ_BUCH-828-001.book Page 82 Wednesday, October 15, 2008 3:12 PM